Trends in Aikido
Eli Steenput
Aikido is een moderne Japanse krijgskunst, gesticht door Morihei Ueshiba. Het is uniek als krijgskunst in de nadruk die het legt op ethische principes die tot uitdrukking komen in de technieken. Hoewel Morihei Ueshiba al meer dan 20 jaar voor de oorlog aktief was, wordt algemeen aangenomen dat de huidige vorm van het Aikido ontwikkeld is in de jaren na de tweede wereldoorlog.
De technische wortels van het Aikido liggen in Daito ryu jujutsu, waarover eerder al gesproken werd (Hajime nr. 1). Ueshiba was ook sterk beinvloed door Onisaburo Deguchi van de Omoto sekte. De stichter van Aikido absorbeerde een groot deel van de Omoto leer, die sterk overeenstemde met zijn eigen opvattingen over de dynamische harmonie van het universum. Hierop zal in een volgend nummer verder ingegaan worden.
Aikido kende een explosieve groei sinds 1950. Morihei was toen al voorbij de 70 en speelde zelf geen rol meer in de verspreiding. De drijvende krachten waren Koichi Tohei, Gozo Shioda, Minoru Mochizuki, Kenji Tomiki, en Kisshomaru Ueshiba.
Deze centrale figuren zijn ook verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de huidige grote stijlen van aikido. De afstamming van bijna elke bestaande school gaat terug tot deze eerste leraren. Deze leraren beweren allemaal dat ze aikido doorgeven zoals Ueshiba het hen geleerd heeft. Waarschijnlijk is dit ook zo, ook al hebben sommige stijlen maar weinig met elkaar gemeen. Ueshiba Morihei was niet bepaald een consequent leraar! Er kunnen verschillende grote trends onderscheiden worden.
Ten eerste is er Aikikai Hombu Dojo. Dit is de direkte voortzetting van de vooroorlogse school die bekend stond als Kobukan Dojo, zoals geleerd door de Ueshiba familie. Het is de grootste van alle Aikido organisaties, met duizenden aangesloten scholen over de hele wereld. Aan het hoofd staat doshu Kisshomaru Ueshiba, 3de zoon van de stichter. Het vroege succes en de internationale verspreiding van de Aikikai zijn vooral te danken aan Koichi Tohei, 10de dan, die in 1953 op verzoek van Ueshiba, Aikido naar Hawaii en Amerika bracht. Hij schreef ook een reeks populaire boeken over aikido.
Na de dood van de stichter in 1969 nam zijn zoon de leiding over de Aikikai, en Tohei nam ontslag in 1974. De belangrijkste bijdragen van de doshu lagen op het vlak van de administratie van de groeiende organisatie, en in de aanpassing en vereenvoudiging van het technisch curriculum. In de Aikikai zijn de technieken en lesmethodes van de stichter in grote mate uitgerangeerd en vervangen door een modernere pedagogische aanpak. De aandacht is verlegd van de krijgs-aspekten naar de kunst als een manier tot zelfontplooiing.
Naast de vele studenten profiteert de Aikikai ook van de steun van grote bedrijven en politieke groepen. Deze connecties met de Japanse elite gaan terug tot de vooroorlogse jaren toen Ueshiba les gaf aan vele belangrijke politiekers, militairen en zakenmensen.
De Aikikai heeft vele van de belangrijke shihan voortgebracht zoals Shigenobu Okumura, Morihiro Saito, Sadateru Arikawa, Hiroshi Tada, en Shoji Nishio. Rinjiro Shirata, Kisaburo Osawa, en Seigo Yamaguchi zijn reeds gestorven. Bij de nieuwe generatie horen Masatake Fujita, Seishiro Endo, Seijuro Masuda, Masando Sasaki, Norihiko Ichihashi, en Nobuyuki Watanabe. Moriteru Ueshiba, zoon van Kisshomaru, is de huidige Dojo-cho en de volgende Doshu.
De Internationale Aikido Federatie (IAF) werd door de Aikikai met veel fanfare opgericht in 1976. De IAF had een ingewikkelde piramide struktuur en uitgebreide reglementen, slaagde er niet in om los te groeien van Hombu Dojo, en viel tenslotte in elkaar. De IAF bestaat nog in naam maar heeft nooit enige politieke betekenis gehad.
De laatste jaren heeft de Aikikai een meer flexibele houding aangenomen op organisatorisch vlak, zodat een aantal grote onafhankelijke groepen die zich eerder afgescheurd hadden, terug zijn opgenomen na jaren van isolatie.
De Iwama Dojo wordt geleid door Morihiro Saito, en legt sterk de nadruk op de relatie tussen taijutsu en ken en jo bewegingen. Deze stijl reflecteert de periode tussen 1946-1955 en het aantal technieken is meer uitgebreid dan in de Aikikai. Officieel valt de Iwama Dojo onder de Aikikai, maar hun aikido is veel ernstiger, legt meer de nadruk op wapens, en is voldoende verschillend om apart vermeld te worden. Saito is de student die het meeste tijd met Ueshiba heeft doorgebracht en in de Iwama Dojo probeert hij te bewaren wat hij heeft geleerd.
De tweede grootste organisatie is Yoshinkan Aikido. Deze school werd gestart door Gozo Shioda (1915-1994) in 1955. Shioda was een topstudent van voor de oorlog, en studeerde aikido sinds zijn 18 jaar. In 1954 won hij de eerste prijs tijdens een grote demonstratie der krijgskunsten in Tokyo. Yoshinkan Aikido begon in de Tsukudo Hachiman regio van Tokyo en verspreidde zich van daar naar Yoyogi, Koganei, en tenslotte Kamiochiai, Shinjuku waar de huidige Honbu Dojo gevestigd is. De stijl wordt gekenmerkt door effectieve, jujutsu-achtige techniek, die nog dicht bij Ueshibas Daito ryu aanleunt. De lesmethode is goed omschreven. De technieken zijn strikter vastgelegd dan in de Aikikai, en er ligt grote nadruk op het inoefenen van basisbewegingen (kihon dosa). Shioda schreef vele boeken over Yoshinkan Aikido en maakte verschillende wereldtrips.
De Yoshinkan creerde de Internationale Yoshinkai Aikido Federatie (IYAF) in 1990. In tegenstelling tot de Aikikai heeft de Yoshinkan een losse, niet hierarchische organisatie en heeft daardoor een blijvende toestroom van onafhankelijke dojos. De Hombu Dojo kan rechtstreeks leraars aanstellen, wat een direkte relatie en vrije informatiedoorstroming bevordert, iets wat onmogelijk was met een hierarchische structuur in elk land apart.
De Yoshinkan heeft ook verbindingen met de Japanse politie, en met de politieke en zakenwereld. De voorzitter van de IYAF is Minister van buitenlandse zaken Kuranari. In mei 1990 werd een internationale bestuurscommissie opgericht, met als doel een gemeenschappelijke filosofie uit te werken via uitwisseling van ideëen gedurende het eerste jaar. In 1991 werden de statuten van de federatie dan opgesteld, waarna de commissie ontbonden werd. Minister Kuranari bekleedt de enige officiele positie, en de IYAF werkt als een echte federatie in de praktijk.
De opvolger van Shioda is Kiyoyuki Terada. Andere bekende leraars zijn Kyoichi Inoue, Takefumi Takeno, Tsutomu Chida, en Hiromichi Nagano.
Ki no Kenkyukai is opgericht door Koichi Tohei in 1974 na zijn afscheiding van de Aikikai. Zijn stijl noemde hij Shinshin Toitsu Aikido (ook Ki Aikido). Deze groep benadrukt het gebruik van ki als het dynamische principe van het universum, en omvat ki genezingsmethodes, en het gebruik van ki om kalm te blijven onder stress in het dagelijkse leven als onderdeel van de leerstof. Ki Aikido is iets zachter en vloeiender dan de andere stijlen. Het bevat ook sprongen, wat niet voorkomt in andere stijlen. Het heeft een nationale verspreiding in Japan en vele takken in de rest van de wereld. De Hombu Dojo ligt in Shinjuku (Tokyo), niet ver van de Aikikai Hombu Dojo. Recent is er sprake van om Shinshin Toitsu om te vormen tot internationale competitiesport, met tai gi ( een soort kata) wedstrijden. Dit aspect wordt echter in dojos in het westen niet sterk benadrukt.
Tohei was lange tijd hoofdinstructeur aan de Aikikai en stond bekend als een uitstekend vechter. Uitdagers werden meestal naar hem doorverwezen. Tijdens de oorlog was hij kamikaze (zelfmoordpiloot), maar gelukkig is zijn nummer nooit getrokken. Het schijnt dat ex-kamikaze piloten vaak een nogal unieke visie hebben op de krijgskunsten... Tohei is auteur van vele boeken over aikido en ki en heeft grote internationale bekendheid. Hij speelde zoals gezegd een sleutelrol in de verspreiding van Aikido toen hij nog bij de Aikikai was. Door de omstandigheden van zijn afscheiding is zijn naam echter zo goed als geschrapt uit de officiele Aikikai geschiedenis, waardoor vele aikidoka nog nooit van hem gehoord hebben.
Tomiki Aikido is gebaseerd op de lessen van Kenji Tomiki (1900-1979). Tomiki was 1 van Ueshibas eerste studenten en reeds een top judoka voor zijn introduktie in Aikido. Hij was ook een geleerde, afgestudeerd met verschillende doctorstitels van Japans meest prestigieuze instelling, de Waseda Universiteit, waar hij na de oorlog professor lichamelijke opvoeding werd. Hij ontwikkelde zijn eigen unieke theorieen over Aikido die sterk beinvloed waren door de filosofie van Jigoro Kano, stichter van Judo. Tomiki ontworp een reeks technieken en regels die toelaten Aikido te beoefenen als een sport. Zijn bedoeling was de student een objektieve maat van zijn vooruitgang te bieden via open competitie.
Tomiki schreef uitgebreide boeken en artikels over zijn theorie, en kreeg een groep van volgelingen die competitie in hun training introduceerden. Hij testte rond 1960 een vorm van oefening uit aan de Waseda universiteit die hij toshu randori noemde, en wou hiervoor de zegen van de stichter bekomen. Shigenobu Okumura fungeerde als tussenpersoon voor Tomiki en de Aikikai. Ueshiba was echter ronduit tegen competitie in Aikido en Tomiki ging zijn eigen weg. Zijn aanpak wordt nog altijd vlakaf verworpen door de Aikikai gemeenschap die zijn theorie in tegenspraak vindt met de ethische leer van Ueshiba.
Lokale en internationale kompetitie maakt nog altijd deel uit van Tomiki Aikido, en de groep groeit nog steeds. Leidende figuren van vandaag zijn Tetsuro Nariyama en Fumiaki Shishida, en beslissingsmacht is in handen van de bestuursraad van de Japan Aikido Association.
Yoseikan Aikido werd gesticht door Minoru Mochizuki, een andere vroege leerling van Ueshiba en succesvol judoka. Mochizuki was door Kano naar de Kobukan gestuurd in 1930. Naast aikido en judo studeerde hij ook Katori Shinto ryu en karate. Zijn bijdrage bestaat uit de samenvoeging van elementen uit alle scholen die hij heeft geleerd. Yoseikan heeft een zeer uitgebreid curriculum dat vele jaren vergt om te leren.
Mochizuki is ook zeer theoretisch in zijn aanpak en heeft vele essays geschreven over een uitgebreid aantal onderwerpen in de krijgskunsten. Hij speelde ook een rol bij de internationale verspreiding van aikido, en was de eerste om aikidoles te geven buiten Japan (Frankrijk, 1951-1952). Yoseikan is klein in Japan maar sterk in Europa, vooral in Frankrijk.
Shin'ei Taido werd opgericht door Noriaki Inoue. Inoue-sensei was een neef van O-sensei en was oorspronkelijk aangesloten bij de vroege Ueshiba dojo. Volgens hem is zijn stijl geen aikido, maar iets anders, dat wel sterk op aikido lijkt.
Er is nog een groot aantal kleinere onafhankelijke aikido groeperingen. Tendokan Aikido, van afgescheurd Aikikai leraar Kenji Shimizu is sterk in Duitsland. Shimizu is co-auteur van de bestseller Zen en Aikido. Yoshokai, een afscheiding van Yoshinkan is aktief in Noord Amerika onder Takashi Kushida. Shin Budo Kai van Shizuo Imaizumi en Kokikai van Shuji Maruyama zijn afscheidingen van Ki Aikido. Aikido Schools of Ueshiba van Mitsugi Saotome was lange tijd onafhankelijk voor ze zich aansloten bij de Aikikai. Saotome-sensei volgt een niet traditionele, eclectische aanpak. Nippon Kan van Gaku Homma is daarentegen zeer traditioneel, met grote nadruk op juiste houding zowel als techniek. En zo zijn er nog vele andere. Verschillende onafhankelijke Europese groepen weigeren expliciet zich bij een Japanse authoriteit aan te sluiten wegens slechte ervaringen in het verleden.
Aikido is zover gegroeid dat het onmogelijk is om alle ontwikkelingen te blijven volgen. Door deze bloei hebben duizenden mensen kunnen kennismaken met deze krijgskunst, en tegelijk door hun betrokkenheid bijgedragen aan de verdere verdieping van het Aikido.
Elke stijl heeft zijn positieve punten en levert een bijdrage aan het grote geheel. We moeten echter opletten dat we verschillende stijlen beschouwen als persoonlijke interpretaties, niet als een belemmering voor het uitwisselen van ideeën met andere aikidoka. Veel te vaak zijn de verschillende stijlen een aanleiding tot de oprichting van vijandige organisaties die de Aikido beoefenaars van elkaar scheiden door vooroordelen. Eender welke vorm van Aikido kan alleen beoordeeld worden door direkte ervaring, dus door zelf eerst op die manier te trainen.
(Deze tekst is een eerlijke poging om een waarheidsgetrouw overzicht te geven, maar ongetwijfeld zijn enkele organisaties vergeten of verkeerd voorgesteld.)