Mystieke krijgers met bovenmenselijke krachten
Eli Steenput
Aikidokas beoefenen een vechtkunst die gesticht is door mannen waarover haast mythische verhalen de ronde doen. Ik heb het dan uiteraard over Sokaku Takeda en Morihei Ueshiba, de grootvader en vader van het aikido.
Van Ueshiba zijn tal van verhalen bekend waarin hij moeiteloos met een grote overmacht afrekent. Een voorbeeld hiervan is een demonstratie die hij in de jaren twintig aan de militaire Toyoma-academie gaf. Hier werden de officieren van het keizerlijke leger opgeleid. De demonstratie was georganiseerd door generaal Miura, zelf een oud-student van Takeda en een held van de Russisch-Japanse oorlog van 1905, waarin hij in een gevecht vijftig Russische soldaten met zijn zwaard zou hebben neergemaaid, hoewel een bajonet zijn borst had doorboord. Geen zacht ei dus, deze Miura, en de cadetten van het keizerlijke leger waren uiteraard ook niet de meest vredelievende types.
Miura had besloten dat hij die Ueshiba wel eens uit zou testen. Op het moment dat de demonstratie afgelopen was vertelde Miura dat de soldaten nu een vol vertoon van Ueshibas kracht wilden zien. Na eerst met zn achten tevergeefs geprobeerd te hebben Ueshibas uitgestrekte arm te buigen, omringden ze hem gewapend met houten bajonetten. Val allemaal tegelijk aan!, schreeuwde Ueshiba hen toe, en smeet ze vervolgens alle kanten op. (Zie John Stevens Ueshiba-biografie, Abundant Peace, Shambhala 1987. Volgens hetzelfde boek speelde Ueshiba voor schietschijf voor de cadetten. John Stevens is niet altijd even geloofwaardig.)
Mits men zn martiale kwaliteiten tot de grootste hoogten ontwikkelt, en mits die van de tegenstanders minder groot zijn, dan is er geen reden om aan te nemen dat een eenling niet kan triomferen over een overmacht. Zo kunnen we in principe ook geloven in de overwinning van Musashi op de overmacht van zwaardvechters van de Yoshioka-school, of wat dat betreft dat Cyrano de Bergerac met zijn rapier echt honderd vijanden in één gevecht zou hebben bedwongen. In de verhalen rondom Takeda en Ueshiba speelt echter nog een ander element mee, dat ons opeens in een veel minder logische wereld verplaatst: een wereld die meer doet denken aan het rijk van koning Arthur dan aan onze eigen technologische eeuw. Dit element is de rol van het bovennatuurlijke.
Wat te denken van het verhaal dat Ueshiba zich liet omringen door een aantal legerofficieren met getrokken pistolen, en hen vertelde op zijn hart te schieten? Op het moment dat ze de trekkers overhaalden, zou Ueshiba een geweldige schreeuw (ki-ai) hebben gegeven, waardoor ze allemaal plat op hun rug vielen. (Stevens p.35) [Opmerking: het is zeer onverstandig iemand met getrokken pistolen te omringen.]
Tijdens zijn avonturen in Mongolië in 1924, waarin hij als lijfwacht van zijn goeroe Onisaburo Deguchi optrad (die daar met steun van Japanse imperialisten een nieuw hemels rijk op aarde wilde vestigen) zou hij kogels hebben ontweken doordat hij hun route vooraf zag gaan door lichtstralen. (p.32)
Aan de wieg van aikido staat Ueshibas opvatting dat budo liefde is (bu wa ai nari) en ook dit is verbonden met een bovennatuurlijke ervaring. In 1925 daagde een marine-officier Ueshiba uit tot een kendomatch. Ueshiba stemde toe maar bleef zelf ongewapend. Telkens als de officier naar hem sloeg of stak, zag hij een lichtstraal voor diens ogen, die de richting van de aanviel verried, en ontweek hij de aanval zonder moeite. Na de match kreeg hij een mystieke ervaring van eenheid met de kosmos: lichtstralen vielen op hem uit de hemel, een gouden mist omhulde hem, en hij voelde zich een wezen van goud: Ik ben het universum!. (p.32-33)
Nu had Ueshiba een leven waarin de mystiek en de contacten met wezens uit andere sferen voorop stonden. Takeda had dat helemaal niet. Maar toch zijn er in de verhalen rondom hem wel degelijk bovennatuurlijke elementen te bespeuren. Om te beginnen is er zijn waarnemingsvermogen, dat hem in staat lijkt te stellen de gedachten van andere mensen te lezen. Maar ook wordt er verhaald van zijn kabenuke-techniek: zijn vermogen om door een muur heen te verdwijnen. Zijn zoon Tokimune maakt het een keer mee als hij met zijn vader op bezoek is bij de zwaardleraar Sasaburo Takano. Het ene moment praten ze en eten zoetigheid. Het volgende moment kijken Tokimune en Takano op en Sokaku is verdwenen! Ook in de kamer ernaast is hij niet. Als Tokimune en Takano naar buiten gaan zien ze tot hun verbazing Sokaku daar in de tuin staan. (Stanley Pranin, Daito Ryu Aikijujutsu, Aiki News 1996, p. 64-65). Ueshiba presteerde volgens Stevens gelijkaardige ninjatechnieken.
Wat moeten we geloven van dit soort verhalen? Kan een martiale meester door zijn intensieve training contact leggen met een bovennatuurlijke wereld van krachten die hem terzijde staan? Geheimzinnige Oosterse krachten, waarover een normaal mens niet beschikt? Volgens mij laten enthousiastelingen van Oosterse krijgskunsten zich nogal gemakkelijk verblinden door de Oosterse mystiek. In de rest van dit artikel zal ik een paar voorbeelden geven van mensen die in de Westerse wereld gelijkaardige staaltjes konden vertonen. Het is opvallend dat de bekendste van deze mensen aktief waren in ongeveer dezelfde periode als Takeda en Ueshiba (begin 1900). De belangstelling voor deze fenomenen kaderde in de toen heersende interesse in spiritisme, telepathie, contact met geesten, hypnose en biologisch magnetisme.
De bekendste Westerse ninjameester avant la lettre is ongetwijfeld de ontsnappingskunstenaar Harry Houdini.
Harry Houdini werd geboren als Ehrich Weisz in Budapest in 1874. Zijn vader, een leraar, emigreerde naar Appleton, Wisconsin toen Houdini twee jaar oud was. De familie had het financieel erg moeilijk, waardoor de kinderen van op jonge leeftijd allerlei werkjes deden. In zijn vrije tijd oefende Houdini goocheltrucs en atletiek. Hij was sterk onder de indruk van het boek "The Memoirs of Robert-Houdin, Ambassador, Author, and Conjuror, Written by Himself." Toen zijn vader stierf was hij 16 jaar oud, en begon hij zijn carrière in de amusementsindustrie.
Houdini vond steeds nieuwe dingen uit voor zijn optredens. Zijn ervaringen als slotenmaker brachten hem ertoe zich te bevrijden uit handboeien. Hij bood 100$ aan wie hem met succes kon boeien, maar hoefde niet een keer te betalen. Het nummer sloeg aan en al gauw zag men hem ontsnappen uit allerlei vallen, kisten, voetijzers, dwangbuizen en gevangenissen. In tegenstelling tot andere goochelaars ontsnapte Houdini onder de ogen van het publiek. Hij ontsnapte onder andere uit een grote papieren zak (zonder het papier te scheuren), een opgelegde reuze inktvis, een reuzevoetbal, een stalen boiler, een postzak en een melkkan.
In Parijs (april 1909) sprong hij geketend in de Seine. Na zijn tournee in Europa en Rusland vond Houdini steeds moeilijker en gevaarlijker stunten uit. Zo liet hij zich geboeid en opgesloten in een kist in het water gooien. Hij wist zich altijd te bevrijden op kortere tijd dan hij werd vastgebonden.
Houdini was ongelooflijk sterk en behendig. Hij werkte uren per dag aan zijn techniek en conditie. Voor zijn onderwater stunt oefende hij het inhouden van zijn adem in de badkuip.
Vanaf 1916 demonstreerde Houdini ook voor de filmcamera. Hij stak veel tijd in het weerleggen van spiritisme en het ontmaskeren van bedriegers.
Op 22 oktober 1926 was Houdini in Montreal voor een lezing over spiritualisme. Studenten van de McGill Universiteit vroegen Houdini of hij een slag in de maag kon weerstaan van eender wie. Voor hij zich kon voorbereiden sloeg een student hem drie maal. Pas dagen later ging hij bij een dokter, maar toen was het al te laat. Houdini stierf aan peritonitis op 31 oktober.
Een ander fenomeen van de jaren 1890 waren de magnetische meisjes. De eerste hiervan was Lulu Hearst, uit Georgia. Ze was 14 jaar oud, mager, bleekjes, gevoelig, woog minder dan 50 kg, en demonstreerde onverklaarbare krachttoeren, die werden toegeschreven aan magnetisme. Thans zouden we waarschijnlijk spreken van ki-demonstraties.
Enkele jaren later werden haar kunsten nagebootst door een hele schare magnetische meisjes, die dezelfde staaltjes vertoonden, en er ook nieuwe ontwikkelden. De voorstellingen gingen als volgt; een zware, sterke man uit het publiek werd gevraagd plaats te nemen op een stoel, en te zorgen dat de stoel niet bewoog. Het meisje zou dan de stoel vastnemen, en algauw de stoel met man en al over het podium laten dansen. Hetzelfde werd herhaald met twee extra mannen om de stoel in bedwang te houden. De mannen waren allemaal plaatselijke bekendheden en geen medewerkers van de show.
In een andere test hield een man een stok van ongeveer een meter lang krachtig in het midden met beide handen vast. Het meisje plaatste haar open handpalmen op de beide uiteinden van de stok, en het volgende ogenblik werd de man haast van het podium gekatapulteerd. De man, ook een lokale bekendheid, zei na afloop tegen een verslaggever: ik weet niet wat er gebeurde. Ik was machteloos in haar handen, ze heeft een macht waartegen verzet zinloos is. Ik ben zeker dat ze met mij kon doen wat ze wou, maar ik kan het niet uitleggen. Dezelfde stunt werd toen uitgevoerd met twee mannen die de stok vasthielden.
Een andere stunt was dat het meisje zichzelf zwaarder kon laten worden, zodat zelfs de sterkste mannen haar niet konden van de grond tillen. Geleerden raakten gefascineerd door de demonstraties, maar de meisjes weigerden steeds mee te werken aan wetenschappelijke testen van hun magnetische vermogens.
Deze truuks zijn allemaal vrij eenvoudig na te doen. De zware persoon in de stoel, in een poging de stoel op zijn plaats te houden, zal zijn gewicht voornamelijk op zijn voeten plaatsen in plaats van op de stoel. Zodra de stoel uit evenwicht is gebracht, komt het er op aan gebruik te maken van pogingen van de man om de bewegingen tegen te werken. Als de man zich zou ontspannen en passief blijven zitten, zou het magnetische meisje de stoel nooit kunnen verplaatsen. De extra mannen zullen voornamelijk elkaar tegenwerken, en de taak van het meisje nog gemakkelijker maken.
In de techniek met de stok heeft het meisje het voordeel van de hefboomkracht, en voor de rest is het maar een kwestie de kracht van de man te gebruiken en hem uit zijn evenwicht te brengen. Hoe meer mannen die elkaar tegenwerken, hoe beter voor het meisje.
In de techniek van het ontilbare lichaam houdt het meisje de man die haar wil optillen op een armlengte afstand (dit wordt verklaard met een magnetische uitleg). Het is bijna onmogelijk voor eender wie om meer dan 30 kg op armlengte afstand op te tillen.
Uit dit alles kunnen we besluiten dat de ongelooflijke verhalen over Japanse krijgers met buitengewone krachten niet noodzakelijk betekenen dat we ons moeten overgeven aan Oosterse mystiek, spiritisme of magnetische krachten.