De opvoedkundige waarde van krijgskunsten
een toespraak van Gaku Homma, stichter van de Nippon Kan, voor de Martial Arts Federation for World Peace Conference; 23 maart, 1997; Washington D.C. Gaku Homma is de auteur van The Structure of Aikido Volume I: Kenjutsu and Taijutsu (Sword and Open-hand Movement Relationships), Aikido for Life, Children and the Martial Arts: An Aikido Point of View, Aikido Sketch Diary: Dojo 365 Days en The Folk Art of Japanese Country Cooking
vertaling: Eli Steenput
Dank u zeer. Ten eerste zou ik de staf willen bedanken die mij de mogelijkheid geboden hebben hier te spreken. Ik ben zeer vereerd de vele beoefenaars te ontmoeten die hier vandaag aanwezig zijn. Het thema van mijn toespraak vandaag is krijgskunst als opvoedkundig middel voor menselijke ontwikkeling. Ik wil graag mijn kijk hierop met u delen.
Ten eerste, wat motiveert volgens u de mensen die voor de eerste keer naar uw dojo komen? Meestal Hollywood. Aktiefilms maken helden zelf van schildpadden, sterren worden gemaakt door deze films en algauw verschijnen er produkten op de markt. Deze Amerikaanse vechtfilms zijn erg populair en in de ogen van het publiek worden ze aanvaard als een voorstelling van echte krijgskunsten. Sterren zoals Bruce Lee, Jackie Chan, Chuck Norris, Bill Wallace, Pat Morita, Jean Claude Van Damme en Steven Seagall worden allemaal beschouwd als echte krijgskunstenaars. Verontschuldig mij als u een fan bent van deze acteurs.
Vele ouders waren geinspireerd om Pat Morita een probleemkind te zien veranderen in een kampioen in een film van twee uur, en ze sleuren hun kinderen in trossen naar de dichtstbijzijnde dojo. Het maakt niet uit dat Pat Morita voor de film slechts acht uur karateles heeft gevolgd, en sindsdien niet meer heeft geoefend. Ouders vergeten hier iets belangrijk. Ze willen graag geloven dat het onmogelijke mogelijk is, en dat de film een realistisch beeld van de werkelijkheid tekent.
Steven Seagall pleegt daden van geweld in naam van de rechtvaardigheid. Zijn rollen in de films hebben niets te maken met Aikido, maar na iedere nieuwe film staan jongemannen met paardestaarten aan te schuiven aan mijn dojo. Ze komen om daden van geweld te leren plegen zoals ze zagen in de film, niet om Aikido te leren.
Deze films hebben nog een veel angstaanjagender effect; leraars beginnen les te geven in technieken die geinspireerd zijn op de films, en verliezen de oorsprong van hun kunst. Ik ben erg teleurgesteld door deze ontwikkeling. In de dojos hangen posters van auteurs en leraars maken reclame voor stijlen als ninja of power rangers, dingen die ze nooit tevoren geleerd hebben, maar waarmee ze ouders proberen aan te trekken. Deze marketing filosofie heeft niets te maken met de oorspronkelijke filosofie van de dojo.
Het is geen overdrijving te zeggen dat het centrum van de krijgskunsten vandaag in Hollywood ligt, en dat de voornaamste filosofie die van het geweld is. Op een nacht was ik eens aan het zappen en vond ik een oude John Wayne film. In die tijd was een gevecht in een film heel anders dan vandaag. Cowboys deden hun jas uit, rolden hun mouwen op, en zwaaiden een paar keer met hun vuisten naar elkaar. Ze gebruikten geen ronde of springende trappen en dierlijke kreten, en een gevallen tegenstander werd niet vermoord door op zijn gezicht te stappen. Een gevecht eindigde als beide partijen hun hoed weer opraapten, het stof van hun kleren klopten, en met waardigheid uit elkaar gingen. Vandaag zijn de films nogal wat verschillend. Het toenemend geweld heeft een negatieve invloed op de publieke waarneming van wat fatsoenlijk gedrag is.
Alvorens we spreken over opvoedkundige waarde van de krijgskunsten, moeten we eerst eens kijken naar de sociale gevolgen van krijgskunst, en als krijgskunstenaars moeten we nadenken over onze verantwoordelijkheid tegenover de samenleving. Als we dit aspect verwaarlozen, zal de ware geest van de krijgskunsten verloren gaan. Opvoeding moet diepe en onveranderlijke waarden en kwaliteiten bijbrengen. We moeten een lijn trekken tussen Hollywood en opvoedkundige krijgskunsten.
Mensen die trainen of lesgeven in een krijgskunst zijn in de eerste plaats mensen. Mensen maken de krijgskunst en niet omgekeerd. Mensen verbeteren krijgskunsten, krijgskunsten verbeteren geen mensen.
In de loop der tijden zijn krijgskunsten geevolueerd met de waarden, moraal en ethiek van de tijd. Deze veranderingen zijn gekoppeld met de politieke, religieuze en sociale toestand van de samenleving in die tijd.
"Japanse spirit" en "Kamikaze ingesteldheid" tijdens wereldoorlog II in Japan is een typisch voorbeeld hoe opvoeding in de krijgskunsten kan misbruikt worden om een politiek doel te dienen. Als gevolg werden vele mensen de dood in gedreven. Dit bevestigd dat krijgskunsten niet noodzakelijk mensen beter maakt. Het zijn de mensen die de krijgskunst goed of slecht maken.
We moeten beseffen dat het bestuderen van een krijgskunst het bestuderen van onszelf is. We hebben hier vandaag mensen uit vele stijlen, dus ik ga niet over specifieke andere stijlen spreken. Mijn achtergrond is Aikido, dus ik zal hier het Aikido standpunt uiteenzetten.
Morihei Ueshiba, de stichter van Aikido zei dat training in de krijgskunsten gebaseerd moet zijn op liefde en misogi waza. Misogi waza betekent zichzelf ontdoen van "jyaki", een oud Japans begrip. Jyaki is een negatieve ingesteldheid die materiele lusten najaagt, eerzucht die leidt tot haat en jaloezie enz.
Ieder van ons heeft een zekere mate van jyaki. Mensen vandaag zoeken, lijden, vechten en proberen te vertrouwen op dingen buiten henzelf om hun innerlijk in evenwicht te brengen. Veel mensen beginnen aan de krijgskunsten om hun innerlijke strijd te overwinnen door zelfdiscipline, zelfvertrouwen, zelfverdediging enzovoort. Mensen zoeken wanhopig naar een basis voor een gevoel van innerlijke vrede en krijgskunstleraars proberen hen hiervan te voorzien. Ik geloof zelf echter dat zolang iemand zoekt naar een antwoord voor de eigen verwarring en angsten en verlangens, ze nooit innerlijke rust kunnen vinden.
In het oorspronkelijke principe van de krijgskunsten moest men niet zoeken, maar een instelling ontwikkelen die niets te zoeken heeft. Dit is de weg van misogi waza. Het eerste dat ik nieuwe leerlingen vertel is dit: Bedankt voor de moeite naar hier te komen. Ik ben heel blij u te zien. U heeft geen zelfdiscipline, zelfvertrouwen en zelfverdediging nodig, u bent heel goed zoals u nu bent. Het feit dat u na een zware dag hier komt trainen is voldoende. Een dojo moet geen plaats zijn waar mensen constant aangespoord worden om zich te verbeteren, maar een plaats waar mensen de prestatiedruk even kunnen afleggen. De training in de technieken is enkel de methode om dit te bereiken. Door regelmatige en harde training zal u uw eigen beperkingen ontdekken als een deel van de natuur. Dit inzicht alleen zal u toelaten blij te zijn dat u leeft en u bevrijden van allerlei soorten jyaki, waarna u uw ware zelf kan ontdekken. Dit is wat ik geloof en waarom ik zelf iedere dag train.
Naarmate het leven in deze maatschappij ingewikkelder wordt, is er steeds meer nood aan positieve opvoeding. Vele problemen kunnen echter niet met krijgskunst opgelost worden. Leren vechten en wedijveren is niet het doel van krijgskunsten. Iemand die naar antwoorden zoekt is niet geholpen alleen met een vechtlustige geest en de kunst zijn vuisten te gebruiken. Ik geloof dat leren delen, begrip opbrengen, helpen, vertrouwen, vergeven en van elkaar leren een veel beter opvoedkundig ideaal is voor de krijgskunsten.
Krijgskunst wordt een tweesnijdend zwaard genoemd. Omdat het opvoedkundig effect van training zo groot kan zijn, moeten we zorgvuldig opletten welke lessen we doorgeven. Ik denk dat we eerst diep in onszelf moeten kijken om de innerlijke kracht te vinden de krijgskunsten als opvoedkundig middel te kunnen aanwenden. Dit is een belangrijk deel van onze taak.
Dank u.