Jutsu en Do
Over de relaties tussen Japanse krijgskunst, krijgswetenschap en gevechtssport is in het verleden veel verkeerde en misleidende informatie verspreid. De grote verwarring omtrent de ware aard van Japanse krijgskunsten is mede een gevolg van de populariteit en verspreiding van de moderne (na WO2) gevechtssporten. Vele boeken en ook leraars in het Westen maken het onderscheid tussen zogenaamde Wegen van de Krijger of budo enerzijds, en gevechtskunsten of bujutsu anderzijds. De eerste zouden methodes zijn voor zelfontwikkeling door training in een krijgskunst, dit in tegenstelling tot de tweede, training in gevechtstechnieken voor zelfverdediging. Hierbij worden de Do-vormen voorgesteld als ritualistisch, esthetisch en spiritueel (en dus niet bekommerd om de effektiviteit), en de jutsu-vormen daarentegen zouden louter gericht zijn op effektiviteit in het gevecht (en dus niet bekommerd om ethische aspecten).
De moderne sportversies van de krijgskunsten, die voor het eerst werden ingevoerd kort voor WO2 om de lichamelijke opvoeding in de scholen meer nationalistisch en militaristisch te maken, worden voorgesteld als moderne evoluties van zogenaamde klassieke budo, waar de verbetering van het karakter werd vervangen door verbetering van de score in competitie-wedstrijden.
Dit is allemaal volledig verkeerd.
De termen budo en bujutsu hebben ten eerste in het Japans helemaal niet de betekenis die hen door westerlingen toegekend werd. Belangrijker nog, het onderscheid van een Weg (do) in tegenstelling tot een kunst (jutsu) bestaat helemaal niet in de beoefening van Japanse krijgskunsten. Integendeel.
Jutsu kara michi ni hairu
door techniek (jutsu) betreedt men (hairu) de weg (michi=do)
Dit is een veel gebruikt Japans gezegde. Deze uitdrukking zegt dat men bijvoorbeeld de Weg van de Thee (sado) enkel kan begrijpen door het leren en oefenen van de rituelen van de theeceremonie (cha no sahoo). Met andere woorden, de enige manier om vooruitgang te maken op de weg (do) is door het oefenen van de technieken en rituelen van de kunst (jutsu). Er kan pas sprake zijn van spirituele ontwikkeling (michi) wanneer men de middelen tot deze spirituele ontwikkeling (de training van technieken) gebruikt. De twee aspecten zijn niet te scheiden, zeker niet in de krijgskunsten waar michi en jutsu juist extra verbonden zijn omdat de aktie zich afspeelt op de grens tussen leven en dood. Het toppunt van michi verenigt het leven en de dood in ieder moment, terwijl het toppunt van jutsu hen voortdurend van elkaar scheidt door het leven van de dood te redden. Er is geen kendo (weg van het zwaard) zonder kenjutsu (techniek van het zwaard), geen judo (weg van de soepelheid) zonder jujutsu (techniek van de soepelheid), enzoverder. De moderne gevechtssporten (sportief kendo, sportief judo, ) hebben hiermee echter zeer weinig verband (het gaat immers om sporten), al kunnen ze voor afzonderlijke personen soms kenmerken van jutsu aannemen.