Karate
Karate is een krijgskunst ontwikkeld op het eiland Okinawa en in Japan, gebaseerd op slagen, stampen en blokkeringen, en die bedoelt is om met elke slag een maximum aan schade te veroorzaken, zodat een tegenstander met slechts enkele slagen uitgeschakeld wordt. In tegenstelling tot boksen, gebruikt karate een lage stand, en benut de kracht van de beenspieren en heupen in de vuistslagen. In tegenstelling tot Taekwondo worden de handen meer gebruikt dan de voeten. In tegenstelling tot chinese stijlen, gebruikt karate zeer eenvoudige technieken, die afhangen van een perfekte timing en afstand om effektief te zijn, in plaats van ingewikkelde technieken waarin soms beide armen en een voet tegelijk gebruikt worden.
Okinawa is het grootste eiland in een groep die ligt tussen Japan en Taiwan. Er wordt gezegd dat de fundamenten van karate ingevoerd werden uit China, maar de ware oorsprong is verloren in de geschiedenis. Er bestaat geen historisch bewijs voor de legende van een man die van Indie naar China wandelde om les te geven aan de Shaolin monniken, of voor Grieken of Perzen die grieks-romeinse vechtskunsten naar Azie brachtten.
Shotokan karate werd niet echt opgericht, maar geleidelijk ontwikkeld tussen 1700 en 1900. De stijl werd eerst Tode genoemd in Okinawa, daarna karate in Japan. De naam Shotokan kwam in gebruik met de bouw van de Shotokan in 1939.
Drie mannen waren verantwoordelijk voor de invoering van karate in Japan. Funakoshi Gichin, de stichter van Shotokan Karate, was de eerste Okinawanees die werd uitgenodigd om in Japan te komen les geven in Karate. Hij werd gevolgd door Kenwa Mabuni die zijn eigen methode, Shito Ryu meebracht. Mabuni en Funakoshi hadden dezelfde leraren in Okinawa. Yamaguchi Gogen bracht Goju Ryu van Okinawa naar Japan. De meeste andere karatestijlen in Japan zijn afsplitsingen van deze hoofdstijlen.
De oorspronkelijke naam Tode betekent Tang hand, verwijzend naar de Tang dynastie in China. Het karakter voor To kan in het Japans ook als kara uitgesproken worden. Toen Funakoshi Gichin aankwam in Japan in 1922, veranderde hij de namen van de kata en de naam Tode zelf tot Karate om de verwijzingen naar China te verwijderen. Hiervoor gebruikte hij een minder gebruikelijke schrijfwijze voor kara, die hemel of leegte betekent. Dit leunde mooi aan bij de zen filosofie die een sterke invloed had op het karate van Funakoshi. Funakoshi begreep dat de Japanners karate nooit zouden aanvaarden als ze dachten dat het uit het minderwaardige China kwam. Hier was protest tegen in Okinawa, maar uiteindelijk raakte iedereen gewend aan de nieuwe namen. De interpretatie dat karate, lege hand letterlijk betekent dat de handen leeg zijn (ongewapend) is een westerse en foutieve interpretatie. De meeste namen van kata hielden hun schrijfwijze, maar Funakoshi veranderde de uitspraak zodat ze meer Japans klonken. Sommige kata behielden echter hun Okinawanese namen. De reden hiervoor is een mysterie. Misschien zag Funakoshi in dat het niet nodig was de namen te veranderen, toen Shito Ryu bijna even populair werd als Shotokan, zonder iets aan de kata namen te veranderen.
Shotokan is de karatestijl die Funakoshi introduceerde in Japan in 1922, en is de stijl van de Japan Karate Association in Japan. Momenteel zijn er vier grote stijlen in Japan: Shito, Goju, Wado, en Shotokan. Shito-Ryu heeft meer kata training, wapen training, en minder training in enkel techniek dan Shotokan. Goju-Ryu gebruikt hogere en minder wijde standen, minder kata, en meer kracht en conditietraining dan Shotokan. Wado-Ryu is een afsplitsing van Shotokan met minder kata, kumite, en meer jujutsu grepen en klemmen. De vier stijlen hebben dezelfde karate wortels, maar steunen op een verschillende strategie. De Shotokan visie is dat zuiverheid van techniek het meest belang heeft. De idee is dat 1 techniek moet volstaan om een aanvaller te vernietigen, daarom wordt bijna geen tijd besteed aan meer ingewikkelde combinaties.
De naam Shotokan bestaat uit drie kanji, sho komt van het woord matsu (den), to betekent golf, en kan betekent gebouw. Het verwijst naar het geluid van de wind in de dennebomen, en was de naam van de eerste dojo gebouwd door de leerlingen van Funakoshi. Funakoshi zelf hield er niet van dat er onderscheid werd gemaakt tussen stijlen, voor hem was het allemaal karate do (de do erbij was onder invloed van judo). De naam Shotokan werd enkel door buitenstaanders gebruikt om onderscheid te maken met andere stijlen, tenminste tot ongeveer 1960.
Er werden nog andere inspanningen gedaan om karate te verjapaniseren:
-
Gekleurde gordels overgenomen uit judo
-
Judo uniform overgenomen
-
Kata namen in het japans
-
Naam van de krijgskunst vertaald naar het japans
-
Lesmethodes uit Okinawa afgeschaft, vervangen door japanse
-
Namen van technieken in het japans
-
Japanse hierarchie en etiquette ingevoerd
Met andere woorden, alle kulturele aspekten uit Okinawa, die niet rechtstreeks verbonden waren met de lichamelijke bewegingen, werden weggeworpen en vervangen door japanse kultuur. Het is dan ook ironisch, dat toen de JKA karate naar het westen bracht, ze erop aandrongen dat de Japanse kulturele elementen bewaard bleven, alsof ze absoluut onmisbaar zijn voor karate.
Gichin Funakoshi
Gichin Funakoshi werd geboren in Shuri, Okinawa in 1868. Als kind kreeg hij les van twee beroemde meesters uit die tijd. Van Yasutsune Azato leerde hij Shuri-te. VanYasutsune Itosu, Naha-te. De menging van deze twee stijlen zou later Shotokan karate worden.
Funakoshi-sensei is degene die karate introduceerde in Japan. In 1917 gaf hij een demonstratie op een conferentie over lichamelijke opvoeding georganiseerd door het ministerie van onderwijs. In 1922 werd hij opnieuw uitgenodigd voor een tweede demonstratie. Zijn derde demonstratie was voor de keizer en zijn familie. Hierna besloot hij in Japan te blijven om daar les te geven.
Gichin Funakoshi stierf in 1957 op 88 jaar. Hij schreef verschillende boeken over karate, "Ryukyu Kempo: Karate-do" en "Karate-Do Kyohan" het handboek van de Shotokan, en hij schreef zijn autobiographie, "Karate-Do: mijn levenswijze".
Een gedenkteken voor Meester Funakoshi werd opgericht bij de Enkaku-ji Tempel in Kamakura in 1968. De kalligrafie rechts is van de meester; de linkse is van Asahina Sogen, hoofdpriester van de tempel, en zegt "Karate ni sente nashi" (er is geen eerste aanval in karate).
Funakoshi's levensverhaal is vergelijkbaar met dat van andere meesters in karate. Als kind was hij zwak en ziekelijk, en zijn ouders deden hem karate leren om zijn gezondheid te versterken.
Toen hij besloot in Japan te blijven in 1922, verbleef hij bij studenten uit Okinawa in een studentewnhuis in Suidobata, Tokyo. Hij leefde er in een klein kamertje, onderhield overdag het gebouw en gaf savonds les in karate.
Na korte tijd had hij genoeg geld verzameld voor zijn eerste school in Meishojuku. Later werd zijn shotokan in Mejiro geopend, en begon hij leerlingen uit te zenden, waaronder Takagi en Nakayama van Nippon Karate Kyokai, Yoshida van Takudai, Obata van Keio, Noguchi van Waseda, en Otsuka, de stichter van Wado-Ryu karate.
De budo wereld in Japan, vooral in de jaren 1920-1940, was ultra-nationalistisch, en keek neer op iedere krijgskunst die niet zuiver Japans was. Funakoshi overwon dit vooroordeel en wist de erkenning van karate als 1 van de Japanse krijgskunsten te bekomen in 1941.
In 1926 werd karate les gegeven in Tokyo Universiteit. Drie jaar later werd karate formeel georganiseerd op een club niveau door drie studenten: Matsuda Katsuichi, Himotsu Kazumi en Nakachi K., Funakoshi was hun leraar. Hij ontwikkelde ook karate clubs in Keio Universiteit en in de Shichi-Tokudo, een barrak in een hoek van de paleisgronden.
Funakoshi bezocht de Shichi-Tokudo elke andere dag samen met Otsuka, bekend als 1 van de beste leerlingen in Japan. Otsuka's favoriete kata was de Naihanchi, welke hij demonstreerde voor de keizer van Japan samen met Oshima, die de Pinan kata (Heian) uitvoerde.
Op een dag toen Otsuka les gaf in de Shichi-Tokudo, nam een student, Kogura van de Keio Universiteit die een san-dan (3de dan) in kendo had en ook een zwarte gordel in karate, een zwaard en confronteerde Otsuka. Al de andere studenten keken toe om te zien wat ging gebeuren. Ze dachten dat niemand de shinken (scherp zwaard) in handen van een kendo expert kon weerstaan.
Otsuka wachtte tot Kogura een beweging maakte met zijn zwaard, en op dat moment veegde Otsuka zijn benen. Dit was onvoorbereid en getuigt van de kunde van Otsuka. Het bevestigde ook Funakoshi's geloof dat kata training alleen volstond als voorbereiding op een noodsituatie.
In 1927 beslisten drie mannen, Miki, Bo en Hirayama dat kata training alleen niet volstond en probeerden jiyukumite (vrij gevecht) in te voeren. Ze ontwierpen beschermende kleding en gebruikten kendo maskers om full contact te kunnen trainen. Funakoshi hoorde van deze wedstrijden en omdat hij deze afbreuk van karate niet kon beletten, zetten hij of zijn topstudent Otsuka nooit meer een voet in de Shichi-Tokudo.
Funakoshi bracht 16 kata mee naar Japan: 5 pinam, 3 naihanchi, kushanku dai, kushanku sho, seisan, patsai, wanshu, chinto, jutte en jion. Hij hield zijn studenten op dezelfde kata tot ze hem konden voor ze een meer gevorderde mochten beginnen. Door deze herhalings training die hij invoerde ontwikkelden zijn studenten de meest precieze, exacte vorm van karate die bestond.
Jigoro Kano, de stichter van modern judo, nodigde Funakoshi en een friend, Makoto Gima, uit voor een demonstratie in de Kodokan (toen in Tomisaka). Een honderdtal mensen waren hierbij aanwezig. Gima, getraind onder Yabu Kentsu als kind in Okinawa, toonde de naihanshi shodan, en Fuankoshi de koshokun (kushanku dai).
Kano sensei was onder de indruk en stelde Funakoshi vele vragen over de technieken. Hij nodigde Funakoshi en Gima uit voor een een tendon (vis en rijst) diner, waarop hij zong en grapjes maakte om Funakoshi op zijn gemak te stellen. Ondanks zijn oprechtheid in de verspreiding van karate, had Funakoshi ook tegenstanders, die zijn nadruk op kata zacht en tijdverlies vonden. Funakoshi bleef bij hito-kata sanen (drie jaar per kata).
Funakoshi was een bescheiden man. Hij hield niet van competities, records of kampioenschappen, en heeft zich er altijd tegen verzet. Hij legde in de plaats de nadruk op zelfontwikkeling. Het eerste karate kampioenschap had plaats in Tokyo een jaar na de dood van meester Funakoshi.
Funakoshi vond het niet nodig om iemand iets te bewijzen. Hij was er ook van overtuigd dat hij zelf nog steeds verder moest leren en oefenen. Hij was niet zoals vele meesters die denken dat ze alles weten omdat ze een bepaald punt bereikt hebben. Wanneer hij zijn karate uniform aantrok en de dojo binnenstapte, werd hij een ander mens, zeer direkt. Iedere beweging die hij maakte gaf de indruk dat hij alles rond hem kon vernietigen. Toch was zijn houding nooit negatief, en hij bleef altijd bescheiden en beleefd. Zijn aanwezigheid stelde iedereen op zijn gemak.
Karate graden
Karate heeft een systeem van 10 dangraden. Gewoonlijk geven clubs of organisaties graden na een examen, maar er is geen overkoepelend orgaan dat de graden uitreikt, waardoor het meestal geen zin heeft van graden uit verschillende clubs te vergelijken. De hoogste graad is 10de dan, en er is maximum 1 persoon van deze graad (of tenminste, maximum 1 voor elke organisatie), en de minimumleeftijd is 75 jaar en 40 jaar training in karate. Geen enkele westerling heeft ooit een graad boven 7de dan behaald in karate. Velen zeggen dat 3de dan de hoogste graad is, omdat hierna de promotie enkel afhangt van politiek in de organisatie.
Training
Kihon, kata, en kumite vormen de driepoot van karate training. Vele leraars volgen echter hun eigen visies over hoe ze best hun kennis kunnen doorgeven.
Er zijn 26 Kata die als noodzakelijk beschouwd worden. Leerlingen moeten een nieuwe kata leren voor elke graad tot aan zwarte gordel. Daarna moeten ze 4 of 5 kata per graad bijleren tot aan 5de dan. Sommige van deze kata zijn erg atletisch, met sprongen enz. maar de meeste zijn simpel met slagen, blokkeringen en veranderingen van richting.
In Karate op Okinawa zijn er meer dan 50 aanvaarde kata. Hiervan erkent Shotokan er 26, waaronder Heian, Tekki, Kanku Dai, Bassai Dai, Jion, Jitte, Enpi, Gankaku, Bassai Sho, Kanku Sho, Chinte, Nijushiho, Gojushiho Sho, Gojushiho Dai, Meikyo, Sochin, Unsu, Jiin, en Wankan.
Rond 1920 werden alle 50 beoefend in Shotokan Karate. Toen de Karatedo Kyohan van Funakoshi verscheen, werden maar 15 officiele kata opgesomd als noodzakelijk. De NKK eist dat alle 26 gekend zijn voor 4de dan.
Fundamentele technieken heten "kihon." Dit omvat training in slaan, stampen en blokkeren met allerlei lichaamsdelen, standen en verplaatsingen. Gevorderde kihon heeft kombinaties van basistechnieken.
Kumite is een vorm van gevechtstraining. Alleen gevorderde studenten mogen vrij oefenen. Niemand wordt geslagen tijdens kumite, de karateka houden hun slagen in zodat ze de tegenstander net niet (of net wel) raken.
Afhankelijk van de leraar zal een groot of klein deel van de les voor elk van de drie trainingen gebruikt worden. In japan verkiezen de meeste leraars een hele les kihon, en kata of kumite na de les. In het westen is de verdeling meestal 15 minuten tot een uur kihon, en de rest van de les kumite. Kata is meestal aan het einde of na de les voor enkele minuten. Soms varieert de verdeling volgens het seizoen, of is er een kata les en een kumite les op verschillende dagen.
Funakoshi geloofde dat een heel leven nodig was om een handvol kata te leren en dat 16 kata meerdan genoeg was. Voor hem was karate een kunst en geen sport. Kata was karate voor Funakoshi.
Dojo Kun
De dojo kun zijn vijf regels die doorgegeven werden door karate meesters in Okinawa, als een ethische leidraad. Vele vertalingen van deze dojo kun werden vervormd, zo dat geweld verboden wordt, of dat men moet trouw blijven aan de karate club. Dit stemt echter niet overeen met de oorspronkelijke betekenis. De regels zijn:
-
Hitotsu. Jinkaku Kansei ni Tsutomuro Koto. Ten eerste. Streef naar perfektie van karakter.
-
Hitotsu. Makoto no Michi wo Mamoru Koto. Ten eerste. Verdedig de weg van de waarheid.
-
Hitotsu. Doryoku no Seishin o Yashinau Koto. Ten eerste. Onderhoud een werklustige geest.
-
Hitotsu. Reigi o Omonzuru Koto. Ten eerste. Respecteer de principes van beleefdheid.
-
Hitotsu. Kekki no Yu o Imashimuru Koto. Ten eerste. Pas op voor onbesuisde moed.
Funakoshi vond dat ze allemaal even belangrijk waren, daarom begint elke regel met ten eerste.
Shoto Niju Kun (Gichin Funakoshi's twintig regels)
-
Karate-do wa rei ni hajimari, rei ni owaru koto wo wasuruna. Karate begint en eindigt met beleefdheid.
-
Karate ni sente nashi. Er is geen eerste aanval in karate.
-
Karate wa gi no tasuke. Karate is een steun voor gerechtigheid.
-
Mazu jiko wo shire, shikoshite tao wo shire. Ken uzelf eerst.
-
Gijutsu yori shinjutsu. Geest komt voor techniek.
-
Kokoro wa hanatan koto wo yosu. Bevrijd uw geest.
-
Wazawai wa getai ni shozu. Ongelukken komen door onoplettendheid.
-
Dojo nomino karate to omou na. Karate training is niet enkel in de dojo.
-
Karate no shugyo wa issho de aru. Je stopt nooit met leren in karate.
-
Arai-yuru mono wo karate-ka seyo, soko ni myo-mi ari. Maak karate tot deel van uw leven.
-
Karate wa yu no goto shi taezu natsudo wo ataezareba moto no mizu ni kaeru. Karate is als heet water. Zonder warmtetoevoer wordt het koud.
-
Katsu kangae wa motsu na makenu kangae wa hitsuyo denk niet dat je moet winnen, denk dat je niet moet verliezen.
-
Tekki ni yotte tenka seyo. Overwinning hangt af van het onderscheid tussen zwakke en sterke punten.
-
Tattakai wa kyo-jitsu no soju ikan ni ari. Beweeg volgens de tegenstander.
-
Hito no te ashi wo ken to omoe. Uw handen en voeten zijn zwaarden.
-
Danshi mon wo izureba hyakuman no tekki ari. Wees bewust van uw daden zodat je geen onheil aantrekt.
-
Kamae wa shoshinsha ni ato wa shizentai. Leer eerst lage standen, daarna natuurlijke houding.
-
Kata wa tadashiku jissen wa betsu mono. Kata oefenen is niet hetzelfde als een echt gevecht.
-
Chikara no kyojaku, karada no shinshuku, waza no kankyu wo wasaruna. Vergeet niet (1) lichte en zware kracht, (2) uitzetten en samentrekken van het lichaam, (3) trage en snelle techniek.
-
Tsune ni shinen kufu seyo. Bedenk manieren om deze regels dagelijks toe te passen.
De Nihon Karate Kyokyai
De NKK werd opgericht in 1948, toen de Amerikaanse bezettingsmacht het verbod op krijgskunsten in Japan introk. Het doel was de lessen van Funakoshi te betalen, de verschillende karate scholen te verenigen en om karate te verspreiden in de wereld en het imago van japan in de wereld te herstellen. De andere scholen Goju, Shito en Wado, zagen de NKK echter als een Shotokan overheersing, trokken zich terug en vormden de Zen Nihon Karate Do Renmei, die de meeste karate in Japan overkoepeld. De NKK zit nu ook onder deze federatie.
In 1955 werd de eerste commerciele Karate school geopend in Yotsuya, Tokyo. In deze club gaven enkele NKK leraars voltijds les. Dit was niet naar de zin van andere leraars, en een heleboel mensen verlieten de NKK omdat ze niet akkoord waren dat deze leraars zich lieten betalen om les te geven.
In 1978 trad opnieuw een breuk op, toen NKK organisaties over heel de wereld begonnen te klagen dat buitenlanders geen erkenning als leraars en scheidsrechters kregen op dezelfde gronden als Japanners. Dit werd beschouwd als racisme en een groot deel leraars verliet de NKK. Mr. Kanazawa Hirokazu richtte de Shotokan Karate International Federation op in protest tegen de NKK politiek. Vandaag zijn er minstens 5 onafhankelijke federaties die niet officieel onder de NKK staan.
In 1990 scheurde de NKK in twee omwille van een geheimzinnige interne machtsstrijd over wie Nakayama Masatoshi moest opvolgen als hoofdleraar na zijn overlijden in 1987. Het is momenteel dus volledig onduidelijk wie de officiele federatie is.