Menuki
De oorsprong van de menuki gaat terug tot de oudste tachi zwaarden, die gemonteerd waren met een metalen mekugi (pen die het zwaardblad in de tsuka vastklemt), die uit twee delen bestond. De twee delen schoven in elkaar, soms met schroefdraad (die omgekeerd draaide als Westerse schroefdraad), en hadden een platte, versierde kop. Toen later tsuka ito gebruikelijk werd, was dit systeem niet meer praktisch, omdat de mekugi niet kon verwijderd worden zonder de ito los te maken. De mekugi werd toen vervangen door een pamboe pen, en de decoratieve metalen koppen werden de menuki. De buitenste (sashi omote) menuki was het dichtst bij de kashira geplaatst, maar in latere periodes, toen het zwaard gedragen werd met de snijkant naar boven, wisselde de positie van de menuki.
Menuki komen in paren van een mannelijke en vrouwelijke menuki. De mannelijke wordt naar het lichaam toe gedragen (ura) en de vrouwelijke van het lichaam weg (omote). Menuki zijn niet identiek, ze zijn minstens elkaars spiegelbeeld. Shishi (leeuwhond) en Ryu (draak) komen veel voor. Er zijn aarde, lucht en water draken, met verschillende kenmerken afhankelijk van de kunstenaar. De mannelijke draak wordt meestal afgebeeld met een zwaard (ken) in zijn staart, en kijkt vooruit naar de toekomst. De vrouwelijke draak draagt meestal een parel in een klauw, en kijkt om, naar het verleden.
Het omwikkelen van de Tsuka
Tsuka maki is de kunst van het omwikkelen van het handvat van een Japans zwaard met een zijden lint (tsukaito of gewoon ito). Het is deze taak die de schepping van het zwaard voltooid.
De tsuka (handgreep van het zwaard) bestaat uit verschillende delen. Ten eerste is er de kern, gemaakt uit ho, het hout van een soort magnolia. Dit wordt gespleten en uitgehold op maat van de nakago (deel van het zwaard in het handvat). De twee helften worden dan aaneen gekleefd en bedekt met roggehuid (same kawa). Deze huid heeft schubben die een goede grip verzekeren, ook wanneer de tsuka met bloed overdekt is. Same kawa kan over de hele tsuka aangebracht worden of alleen op de plaatsen die later zichtbaar zijn. De volledige omwikkeling is steviger en daarom beter. Daarna worden stroken papier of dunne strips hout aangebracht in de lengterichting, waarover de ito gespannen kan worden zonder te blijven haken op de schubben van de same kawa. Aan de zwaardkant wordt een metalen ring (fuchi) rond het uiteinde van de tsuka aangebracht. Het omwikkelen met ito begint tegen de fuchi, aan de voorkant (omote) van de tsuka (dit is de kant die van de drager weg gericht is). Het wikkelen gaat dan tot het andere uiteinde van de tsuka, waarbij de ito regelmatig vervlecht en gekruist wordt. De bedoeling hiervan is dat de ito niet meteen volledig zou loskomen als het lint op 1 punt zou doorgesneden worden.
Papieren driehoekjes (hishi gami) worden onder de ito geplaatst, tegen de papieren of houten strips. Deze driehoekjes geven vorm aan de wikkeling. Als de volledige lengte gewikkeld is, worden de beide uiteinden van het lint aan elkaar geknoopt. Deze knoop houdt eveneens de metalen tsuka kashira op zijn plaats. Normaal wordt een knoop gemaakt aan elke zijde van de tsuka. Deze knopen kunnen op vele manieren gemaakt worden, ook al is er in het eindresultaat weinig verschil te merken.
Deze korte uitleg over de taak van de tsuka ito vlechter (tsukamaki-shi) geeft maar een idee van een mogelijke manier van werken. Er waren duizenden tsukamakishi die allemaal hun eigen, licht verschillende methode hadden. In plaats van same kawa kan de tsuka bedekt zijn met zijde, gelakt hout, zelfs metaal dat same kawa nabootst. De ito is meestal een sterk, plat zijden lint, maar andere materialen werden ook gebruikt, waaronder leder en gelakt papier. Soms werd same kawa alleen gebruikt. Er zijn ongeveer 70 verschillende stijlen waarin het lint kan gewikkeld en vervlochten worden.
Er bestaan meer dan 20 soorten same kawa, in verschillende graden van kwaliteit. Als een enkel vel gebruikt wordt, bevindt de overlapping zich in het midden van de ura kant, of langs de bovenzijde. De karakteristieke grote schubben bevinden zich dan aan de omote kant. De same kawa wordt vastgekleefd met rijstlijm, op een onderlaag van rijstpapier.
Standaard ito voor katana en wakizashi is 7 mm breed, de rechthoekige uitsparingen zijn dus in theorie 14 mm breed. In werkelijkheid zal dit afhangen van de lengte van de tsuka, en zal het lint enigszins samengedrukt worden om de wikkeling te laten uitkomen. Een ito van 5 mm wordt gebruikt voor tanto (dolken). De benodigde lengte zal ongeveer 15 maal de lengte van de tsuka zijn, er bestaan enkele manieren om een meer nauwkeurige schatting te bepalen.
Tsuka maki stijlen
Hineri maki; een basisstijl. Beide kanten worden omgeplooid bij de overlappingen. Typisch met gouden of bruine ito op een shingunto uit de tweede wereldoorlog.
Katate maki; gevechtstype. Dezelfde kant overlapt altijd. Typisch met bruine ito voor shingunto van de marine.
Tsumami maki; voor de show, beide kanten versmallen bij het overlappen, maar niet omgeplooid. Vele kleuren van ito.
Katahineri maki; ook voor de show, bovenste lint is samengeknepen, het onderste omgeplooid bij overlappingen.
Han-dachi Zuka; zoals Tsumami maki, maar de ito verdwijnt door een gat in de kashira in de houten kern.
Hira maki; oud type voor tachi. Beide kanten blijven plat, zonder omplooien of samenknijpen, zoals de kaigunto van marine officieren. De kaigunto had donkerbruine ito, een tachi gebruikte vele kleuren.
Tachi Tsukagashira Kake maki; voor een tachi, beide kanten blijven vlak, maar de ito wordt omgeplooid aan de kashira. Vele kleuren.