Nunchaku
Eli Steenput
Geschiedenis
De Nunchaku is afkomstig van de Okinawa (Ryukyu) eilanden die deel uitmaken van het hedendaagse Japan. In 1429 verenigde koning Sho Hashi de drie delen van Okinawa in het koninkrijk Ryukyu. Om de kans op opstanden te verminderen verbood hij de dracht van wapens (kin bu) aan iedereen behalve zijn edelen en soldaten. Het gewone volk was machteloos tegen de zwaarden van de soldaten en de wako, Japanse piraten die regelmatig langskwamen. Om zich te verdedigen ontwikkelde de bevolking verschillende krijgskunsten. In het begin van de 17de eeuw werd Okinawa bezet door Japan, het leger werd verslagen en de ongewapende bevolking kon zich niet verdedigen tegen de japanse samurai. Okinawa werd een japans protectoraat, de bevolking moest zware belastingen betalen en werd bovendien als minderwaardig behandeld door de racistische Japanners. Er was geen georganiseerd verzet, maar af en toe werd wel een belastingsambtenaar vermoord. De bezettingsmacht verbood daarom alle metalen werktuigen, alle smidsen werden gesloten. Er was slechts 1 mes per dorp toegestaan, dat op het dorpsplein aan een paal vastgemaakt was, en slechts voor een paar uur geleend mocht worden onder toezicht van het dorpshoofd. Op overtredingen stond de doodstraf. In deze periode werden de krijgskunsten beoefend als laatste middel voor zelfverdediging. De stedelingen beoefenden meestal ongewapende vormen, die later de basis zouden vormen voor de ontwikkeling van karate, terwijl dorpelingen alledaagse werktuigen leerden gebruiken als wapens, wat thans bekend is als kobudo of kobujutsu van Okinawa.
In de handen van een kobudo beoefenaar werd een eenvoudig werktuig een wapen, natuurlijk niet zo doeltreffend als een zwaard of een speer, maar genoeg om de kansen in een gevecht te vergroten. De meest populaire wapens waren de lange staf (bo of rokushakubo), wandelstok (hanbo), sikkel (kama), handvat van huismolensteen (tonfa) en uiteraard, nunchaku. Volgens een populaire mythe werd de nunchaku gebruikt als dorsvlegel, maar dat is verkeerd. De dorsvlegels in Okinawa zagen eruit als onze europese vlegels, met een manshoog handvat, en deze werden ook als kobudo wapen gebruikt. Het oorspronkelijke doel van de nunchaku was een paardebit. De armen waren gebogen, en werden later pas aangepast tot de huidige vorm. De nunchaku was geen populair wapen, wat blijkt uit het feit dat niet 1 traditionele kata bewaard is gebleven, in vergelijking met een paar dozijn bo kata bijvoorbeeld. De reden hiervoor is de geringe effectiviteit als wapen tegen een zwaard of speer. De kama of tonfa was hiervoor veel beter geschikt. Het wapen was wel goed bruikbaar tegen ongewapende tegenstanders, of aanvallers met messen.
Er bestaan in de wereld vele wapens die op de nunchaku lijken, zoals: de chinese shuang chien kun, filipijnse tabak-toyok, koreaanse ssanjalbon en de europese goedendag. De filipijnse chako, tabak-toyok of dray bolo zijn gewoon nunchaku uit fillipijns hout. Andere krijgskunsten hadden hun eigen onafhankelijke versies. Tegenwoordig zijn nunchaku zo populair, dankzij de films van Bruce Lee, dat bijna elke nieuwe krijgskunst nunchaku integreert in het programma.
Nunchaku vandaag
Traditioneel nunchaku
Traditioneel nunchaku wordt meestal getraind in Okinawa of Japanse dojos, soms als afzonderlijke discipline, maar meestal als onderdeel van kobudo. Leerlingen beginnen met basisbewegingen (kihon). Daarna leren ze katas. Tegelijk ontwikkelen ze kracht en precisie in hun slagen. Als na enkele jaren de leerling zijn katas goed beheerst, mag hij beginnen met renzoku-bunkai - vastgelegde reeksen aanvallen en verdedigingen uit een kata, maar met een echte partner die aanvalt met een wapen, meestal een bo. De volgende stap is kumite - vrije bewegingen tegen de aanvaller met een bo. In sommige scholen wordt met de nunchaku ook geworpen.
In de traditionele nunchaku training ligt de nadruk sterk op voetenwerk, tai-sabaki en blokkeringen. Als iemand u met een stok naar het hoofd slaat, helpt het rondzwieren van de nunchaku niet; de slag moet geblokkeerd of ontweken worden met een taisabaki. Traditionele nunchaku technieken zijn ontwikkeld voor het gevecht en worden getraind op een realistische wijze, waardoor de beoefenaar zich redelijk kan verdedigen tegen een aanval met een stok of een mes. Een nadeel van de traditionele training is de zeer lange tijd voor de student iets nuttig leert voor zelfverdediging.
Nunchaku bij de politie
In 1980 ontwikkelde de Amerikaanse politie sergeant Kevin D. Orcutt, eerste dan Jukado, het OPN (Orcutt Police Nunchaku) systeem. Dit systeem gebruikt speciale plastieken nunchaku als middel om arrestanten te controleren in de plaats van de knuppel of PR-24 voor situaties waar het gebruik van een vuurwapen niet gerechtvaardigd is. Als reden voor het gebruik van de nunchaku worden de kleine afmetingen, mobiliteit, veelzijdigheid en gemakkelijk gebruik genoemd. Volgens Kevin Orcutt hebben 200 bureaus in de US de OPN getest en aangenomen als voornaamste controlewapen.
In het OPN systeem wordt de nunchaku vooral gebruikt om stampen en slagen af te weren en klemmen aan te zetten door gewrichtsklem of afknelling. Slaan mag enkel in geval van nood, omdat in een situatie die het slagen met de nunchaku rechtvaardigt, ook het vuurwapen gebruikt mag worden. De voornaamste zwakheid van het systeem is de korte opleiding: na 32 uur training is men instructeur, de gewone politieman krijgt 16 uur opleiding, wat veel te weinig is om met de nunchaku te leren omgaan. Tweede zwak punt is dat nunchaku tegen een baseball bat of biljart cue veel minder geschikt is dan de PR-24 of zelfs de gewone knuppel, en een aanvaller met een wandelstok kan de politieman makkelijk ontwapenen door de nunchaku af te nemen, waarna hem enkel nog zijn vuurwapen overschiet.
Nunchaku in de cinema
De legendarische Bruce Lee toonde in zijn films de nunchaku voor het eerst aan het westers publiek. Miljoenen keken toe hoe Bruce met zijn nunchaku tegenstanders versloeg met messen, stokken, zwaarden en zelfs geweren. Hierdoor ontstond de mythe dat de nunchaku het dodelijkste wapen ter wereld is. De nunchaku werd veruit het populairste Oosterse wapen en verscheen in talloze films, zowel gebruikt door goeien als slechten, denk maar aan turtle ninja Michaelangelo.
In de cinema worden meestal de meest primitieve, maar spectaculaire technieken vertoond - circulaire en achtvormige zwieren, zweepslagen en enkele overnames, waarbij de auteur er uitziet als een helikopter. Echte gevechtstechnieken verschijnen bijna nooit op het scherm. Afweren wordt zelden getoond en beenvegen of klemmen bijna nooit. Grappig is ook dat men nooit nunchaku tegen ongewapende tegenstanders ziet. Zelfs helden die met blote vuist tien zwaardvechters tegelijk uitschakelen hebben minstens een geweer nodig tegen iemand met een nunchaku.
Nunchaku als sport
In het begin van de jaren 90 ontstond in Nederland een nieuwe sport, Nunchaku-Do. Zoals de meeste krijgskunsten die omgezet worden naar sporten (boksen, schermen, speerwerpen), verloor deze sport bijna alle gevechtsaspecten. De sport bestaat uit drie dele: kata, kumite en vrije stijl. Sommige scholen leren ook zelfverdediging of nunchaku-jutsu.
Kata zijn opgelegde combinaties van bewegingen die zo perfekt mogelijk moeten uitgevoerd worden. De wedstrijden worden beoordeeld op snelheid, techniek en stijl. Kumite is een gevecht, dat veel gelijkenis vertoond met schermen. Beide vechters zijn gewapend met schuimrubberen nunchaku en beschermd met helmen, en proberen 6 punten te scoren door de tegenstander te raken met de nunchaku. Men kan pas scoren nadat men een aanval afgeweerd heeft, of twee overnames heeft uitgevoerd met de nunchaku. Slagen op de rug, onder de knie en naar de keel zijn verboden, evenals stampen, worstelen, steken en nog enkele technieken.
Vrije stijl is een oefening op muziek waar alles mag, al of niet met twee nunchakus tegelijk. Dit lijkt sterk op jongleren in het circus. De deelnemers worden beoordeeld op originaliteit, stijl en techniek, realiteitszin is niet vereist, als het er maar goed uitziet.
Het Okinawa model van nunchaku
De nunchaku bestaat uit twee armen (kon) verbonden met een touw (himo). De kon heeft de lengte van de voorarm, van knokkels tot elleboog. Ze worden gemaakt van eikehout. De doorsnede is achthoekig, 2,5 a 3 cm aan de basis (kontei) en 2 cm aan de top (konto). In de top zitten drie gaten en twee groeven. De lengte van de himo moet gelijk zijn aan de breedte van drie vingers. De himo is meestal uit zijde of nylon vervaardigd. De koord wordt op een speciale manier verschillende keren door de gaten van de twee konto gehaald, waardoor het niet nodig is een knoop te maken. Deze verbinding trekt zichzelf aan wanneer met de nunchaku gezwierd wordt.
Het grootste verschil met het chinese wapen is dat dit laatste uit zwaardere ronde stokken bestaat, met versterkte ijzeren uiteinden die verbonden zijn met een ketting, die meestal langer was dan de himo. De nunchaku vereist daarom dat het hele lichaam meebeweegt om voldoende kracht te ontwikkelen, en de uiteinden waar de koord vastgemaakt is zijn minder stevig en kunnen makkelijk breken bij bepaalde technieken.
Pas op: de nunchaku is een gevaarlijk wapen en moeilijk te controleren. Wie er niets van kent loopt het risico zichzelf ernstig te verwonden. Speel nooit met een nunchaku die niet uit zacht materiaal gemaakt is!
gotai, jutai,ruytai
De training van de aikidoka kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van de bedoelingen van de leraar, of de vaardigheid van de studenten.
Gotai (hard, statisch lichaam)
Een trainingsmethode gekenmerkt door langzame, statische beweging. De uke werkt tegen met al zijn kracht om fouten in de uitvoering van de specifieke techniek te helpen ontdekken.
Jutai (zacht, flexibel lichaam)
Deze vorm van training is meer levendig en dynamisch, nage wacht niet op de aanval maar begint de techniek net voor het contact gemaakt wordt.
Ryutai (stromend lichaam)
Deze training is van het bewegende type, de nadruk ligt niet zozeer op de technische details maar meer op de verplaatsingen en algemene beweging die bij de techniek hoort. Deze vorm is erg snel en dynamisch en alle deelnemers moeten zich bewust zijn van het risico op verwondingen.