Samenwerking
Eli Steenput
In elke club, groot of klein, heeft iedereen een rol te vervullen. De beginner komt (hopelijk) om te leren, en liefst zo snel mogelijk. Daarom denkt de beginner vaak dat alles rond hem draait, ook al draagt hij zelf maar weinig bij aan de vooruitgang van zijn kameraden. De leraar en al de meer gevorderden moeten altijd voor hem klaarstaan en hem helpen vooruit te gaan in de kunst die hij wil leren. Maar zal de beginner, eens hij een paar dingen bijgeleerd heeft, zelf met evenveel geduld de anderen, waaronder nieuw aangekomenen, helpen?
Natuurlijk niet, hij zal denken dat hij zijn tijd verliest, dat het onredelijk is dat hij financiele bijdragen moet betalen om anderen uitleg te mogen geven, in plaats van dat aan zijn eigen vooruitgang gewerkt wordt. Ik zal proberen uit te leggen waarom dit idee niet alleen zeer egoistisch, maar ook gewoon verkeerd is.
Om zich de technieken eigen te maken, is voortdurende herhaling van de basisbewegingen nodig. Nochtans is alleen herhaald uitoefenen niet voldoende. Om een techniek volledig te begrijpen, is het nodig dat men over de techniek nadenkt. Men zou moeten het hoe en waarom van de techniek aan een beginner kunnen uitleggen.
De basisbewegingen die de beginner aanleert, zijn buitengewoon belangrijk. Het juist oefenen van de basisbewegingen is veel nuttiger dan een hele hoop ingewikkelde technieken half en half te kunnen uitvoeren. Zelfs de meesters oefenen de basisbewegingen wanneer ze maar kunnen, want deze simpelste bewegingen leren ons de eenvoud en zuiverheid van beweging, die zo gemakkelijk lijken, tot we het zelf proberen.
Welke training kan daarom beter zijn dan de basistechnieken uitleggen aan een beginner? Niet alleen zal u daardoor de technieken beter begrijpen, maar dankzij u zal de beginner zich thuisvoelen in de club, dankzij u zal hij doorbijten als het wat moeilijker gaat. De leraar speelt een belangrijke rol in een club, maar kan niet overal tegelijk zijn. Alleen als iedereen zijn eigen rol vervult, kan de club goed functionneren. De tijd dat u iets aan een ander uitlegt, is tijd gewonnen voor de leraar, waardoor hij zich meer met u kan bezig te houden. Als men aan anderen niets wil geven, krijgt men ook niets terug.
De juiste houding zal u toelaten ademkracht te ontwikkelen.
Oorspronkelijk bestond er in aikido geen echte basishouding. Morihei Ueshiba zei dat de basishouding was de voeten openen naar de 6 richtingen (noord oost zuid west op en neer) maar zei ook de juiste kamae is wat opkomt van waar de goden u leiden, en hangt af van de tijd, de situatie, de bodemgesteldheid en de sfeer van het moment- kamae is wat in uw hart is. Voor een gevecht moet uw houding dus aangepast zijn aan de omstandigheden. In de Yoshinkan oefenen we een basishouding om te leren:
-
ons evenwicht te bewaren
-
onze handen, voeten en heupen op de middellijn van het lichaam te houden
-
een juiste houding te bewaren zonder inspanning
-
onze geest naar voor uit te stralen.
Beginners vinden de houding zeer onnatuurlijk, maar we trainen tot het lichaam vanzelf deze positie inneemt.
Gozo Shioda, in Total Aikido, the master course