Sempai-kohai
Door een aantal leraren in het westen wordt van leerlingen een bepaalde vorm van respect en zelfs gehoorzaamheid verlangd die wordt gelegitimeerd met een verwijzing naar de sempai-kohai verhouding. Een verhouding die van speciale betekenis zou zijn binnen het beoefenen van aikido. Vanuit onze eigen cultuur geredeneerd zouden we kunnen denken dat een leerling een bepaalde levering van diensten verwacht van zijn leraar. De leerling betaalt ervoor en gaat op die grond een zakelijke verhouding aan. De leraar leert hem of haar in ruil daarvoor bepaalde vaardigheden.
Deze beschrijving is slechts zeer ten dele van toepassing op de verhouding tussen leraar en leerling binnen het aikido. Maar hoe die verhouding er dan wel zou moeten uitzien is nergens vastgelegd. Er spelen wel allerlei, meestal onuitgesproken, aannames een rol, maar in de praktijk blijken leraar en leerling door vallen en opstaan een manier van omgang met elkaar te moeten ontwikkelen. Eigenlijk lijkt daar weinig mis mee, maar er zijn mensen die behoefte hebben aan duidelijke formuleringen. Het gebruik van de termen sempai en kohai is een poging tot zo'n meer duidelijke formulering. Deze termen gaan overigens niet alleen over de verhouding leraar-leerling, maar ook over de hiërarchische verhoudingen tussen de leerlingen onderling. De sempai is de senior, de kohai de junior. Westerse leraren die de term gebruiken lijken van de volgende filosofie uit te gaan: aikido is geen manier om bepaalde vaardigheden aan te leren, maar is een Do, tegelijkertijd een manier van leven en een weg die naar een bepaald (en door velen mystiek geïnterpreteerd) doel voert. De sempai heeft de weg eerder betreden dan de kohai, helpt de kohai zijn stappen te zetten, maar verlangt in ruil daarvoor de erkenning van zijn positie als senior. Een eenvoudige filosofie, maar in de praktijk blijkt de zaak wat moeilijker te liggen.
Een apart probleem in het gebruik van de begrippen sempai en kohai is dat het een interpretatie door westerlingen betreft. Dat Japanners hele andere associaties met de begrippen kunnen hebben blijkt wel uit de volgende opmerking van Kanetsuka Sensei: 'Je kunt (..) alleen een sempai-kohairelatie aangaan, wanneer de junior niet teveel respect aan de senior is verschuldigd.'
De definitie die Stanley Pranin van de begrippen geeft in zijn Aiki News Encyclopedia of Aikido luidt: 'De verhouding tussen sempai en kohai (senior en junior) is bijzonder belangrijk in de Japanse cultuur en doordringt alle levensterreinen. Japanners zijn zich er altijd bewust van of mensen die ze ontmoeten boven of beneden ze staan in sociale status met betrekking tot hun senioriteit.' In deze definitie is de sempai-kohaiverhouding niet persé een opvoedkundige relatie, maar duidt het een verschil in status en dus in macht aan. De begrippen omschrijven geen situatie die begerenswaardig is, maar eentje die feitelijk bestaat.
Uit gesprekken met Japanse senseis blijkt dat een sempai iemand is die weliswaar eerder begonnen is en daardoor meer ervaring heeft, maar ook een persoonlijke band is aangegaan met de junior. Iemand die dus twee maanden eerder begonnen is, is daardoor nog geen sempai. Het allerbelangrijkste is dat er een band is aangegaan tussen sempai en kohai, waarin de sempai verantwoordelijkheid neemt voor de ontwikkeling van de kohai. En dat laatste element tilt de discussie uit boven vragen naar boven-en onderschikking, naar onderdanigheid van de kohai en vermeende privileges van de sempai. Het nemen van (mede)verantwoordelijkheid (samen met de Sensei) voor de ontwikkeling van beginners sluit aan bij het principe van het leerproces. Dus is niet iedere hogergegradueerde leerling automatisch sempai van de beginner. Maar de vergevorderde leerling die ook verantwoordelijkheid neemt voor de ontwikkeling van de beginner is dat wel. Dat uit zich in het begin in het "wegwijs" maken in de dojo met de Aikido-etiquette en het helpen met grondbeginselen als ukemi etc. In de sociale wetenschappen wordt dit het socialisatieproces genoemd. Zo'n sempai is dus eigenlijk een soort van mentor. De organisatiepsychologe Kram noemt een mentor een senior die de junior helpt in het socialisatieproces. Volgens Kram hebben mentoren twee belangrijke functies: carrièrefuncties en psychosociale functies.
De carrièrefuncties bestaan uit:
1.Sponsorschap - het actief voordragen voor benoemingen en promoties.
2.Uitdragen en zichtbaarheid - in staat stellen van de junior om zijn of haar kwaliteiten te tonen naar senioren.
3.Coaching - het geven van praktische adviezen.
4.Bescherming - in eventuele kwetsbare situaties.
5.Uitdagende opdrachten - ter ontwikkeling van vaardigheden.
De psychosociale functies zijn:
1.Voorbeeldfunctie - voorbeeld in waarden, normen en gedrag
2.Acceptatie en conformeren - geeft wederzijds support en aanmoediging.
3.Counseling - hulp bij persoonlijke problemen, versterking van zelfbeeld.
4.Vriendschap - gezamenlijke sociale interactie.
Ik denk dat deze theorie in hoge mate toepasbaar is voor de relatie tussen sempai en kohai. In min of meerdere mate kunnen alle bovengenoemde functie in de sempai-kohairelatie aan de orde komen.
Sempai-Kohai is zo'n begrip, waarvan iedereen een ander beeld heeft. Sommige Aikido-leraars schetsen een beeld van strikt verticale verhoudingen: op ieder moment is de oudste leerling in de dojo verantwoordelijk voor de gang van zaken. Als bijvoorbeeld de leraar te laat is, of onverwacht helemaal niet op komt dagen, dan is op die wijze de voortgang van de training geregeld. De oudere leerling heeft derhalve een verantwoordelijkheid ten opzichte van de jongere leerling.
Soms verbindt men aan deze opvattingen ook een spirituele visie: de rol van de leraar is in deze verticale lijn niet anders dan die van leerlingen. Van de junior naar de senior kijkend, kan je stellen dat de junior van de senior leert, die van zijn leraar leert, die van de Sensei leert, die het Aikido van de Aikikai So Hombu verspreidt, die het Aikido van O-Sensei doorgeeft. In deze overtuiging is het zelfs mogelijk dat er een mystieke band is tussen de leerling en O-Sensei die langs deze keten tot stand wordt gebracht.
Fujita Sensei over sempai en kohai:
De verhouding tussen sempai en kohai is een soort traditionele verhouding die zijn oorsprong vindt in de Japanse traditie. Het is eenvoudigweg een verhouding tussen een senior en een junior. Het is een simpele en natuurlijke verhouding, vergelijkbaar met die tussen broers of misschien beter gezegd tussen zwagers. Het is geen bijzonder soort verhouding in de zin dat er regels voor zijn, of verplichtingen uit voort komen. Het is een band die kan ontstaan tussen twee mensen die samen werken of studeren, en waarvan de een de senior is van de ander. Aangezien dit echter een klassiek soort verhouding was, zijn er niet veel situaties waarin deze verhouding nog bestaat.
Het kan het beste waargenomen worden in de dojo's van de Japanse universiteiten. Hier heerst een strikte vorm van beoefening van de martiale kunsten. De nieuwe studenten zijn de junioren van de tweede jaarsstudenten, die op hun beurt de junioren zijn van de derde jaarsstudenten, enzovoort. Aangezien de training in de universiteitsdojo's zeer strikt is en de omgeving van de universiteiten zelf een goede plek vormt voor het ontstaan van relaties doen studenten gemakkelijk een relatie op die een leven lang kan duren. De sempai-kohai-verhouding gaat onder deze omstandigheden op. Een voorbeeld van zulk een verhouding kan gevonden worden in de verhouding tussen Fujita Sensei en Kanetsuka Sensei. Fujita Sensei was van hen de senior aan dezelfde universiteit. Zelfs vandaag de dag zal Kanetsuka Sensei Fujita Sensei vaak als 'Sempai' aanspreken.
De betekenis van de sempai-kohai-verhouding binnen het moderne aikido te begrijpen is zeer moeilijk. Zij bestaat zelfs niet binnen vele Japanse dojo's, dus er is weinig reden deze soort van verhouding over te planten naar het westen. Als ze gevestigd zou worden gaat het om een natuurlijke verhouding binnen een dojo, waar studenten die samen oefenen een verhouding vestigen gebaseerd op vriendschap, respect en zorg. De sempai kan zorg dragen voor zijn junior, hem gidsend met zijn ervaring, hem helpend in zijn vooruitgang. Buiten de dojo kan deze verhouding eveneens bestaan, vooral vanwege de vriendschap die ontstaat tijdens het trainen. Op de lange duur zal de sempai proberen zorg te dragen voor de kohai, maar tezelfdertijd zal de kohai deze zorg teruggeven waar hij kan, uit dankbaarheid en vriendschap.
Er zijn vele goede voorbeelden van sempai-kohai-verhoudingen, maar er is een even groot aantal slechte voorbeelden. Het is een vergissing te denken dat de sempai meer rechten heeft, meer respect verdient of de leiding heeft. Hoewel dit het geval kan zijn tijdens de jaren in de universiteitsdojo, is het dat niet in het algemeen. Hoewel het aanvaarden van senioriteit kan leiden tot het opdoen van meer kennis en respect uit deze kennis kan voortvloeien, is er geen regel dat senioriteit tot respect leidt. Als een sempai grote eisen stelt, meer vragend dan hij geeft, dan poogt hij voordeel te halen uit de verhouding.
Een andere vergissing is te denken dat een sempai-kohai-verhouding automatisch ontstaat. Alleen wanneer beide studenten voelen dat de verhouding bestaat, spreekt men van sempai en kohai. Een derde vergissing is de sempai--kohaiverhouding te zien als een verticaal systeem, waarin iedereen met de ander verbonden is. Natuurlijk is men junior in de ene verhouding en senior in de andere. Maar dit stelt de andere twee betrokken mensen onderling niet in de verhouding van sempai en kohai. Er is hierbij niet zoiets als een systeem.
Tenslotte betreft het hier een beschrijving van een soort verhouding, niet de verhouding zelf. Men kan bijvoorbeeld een oudere broer hebben, of men dat leuk vindt of niet, zelfs als men er geen verhouding mee heeft. Hetzelfde geld voor de verhouding tussen sempai en kohai. Wanneer die verhouding eenmaal bestaat, zal de beschrijving altijd opgaan, of er een verhouding blijft bestaan of niet. Het voortbestaan van de verhouding zelf hangt af van de vriendschap en het respect tussen beide personen. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen de verhouding tussen sempai en kohai en die tussen een instructeur en een student. De sempai-kohai-verhouding kan bestaan als beide betrokkenen studenten zijn. De verhouding tussen een leraar en zijn studenten is alleen bij uitzondering er een van sempai en kohai. Dit kan alleen bestaan als de verhouding er al was voordat een van beiden instructeur werd.