Sumo
Sumo is de traditionele nationale sport van Japan. Jaarlijks worden zes grote wedstrijden (basho) gehouden, telkens in de oneven maanden. Drie gaan door in Tokyo, de andere in Osaka, Nagoya en Fukuoka. Er zijn slechts 70 proffesionele worstelaars in de twee topdivisies van Sumo, maar honderden kandidaten trachten door te breken tot deze rangen.
Twee mannen ontmoetten in een ring van 4.55m doorsnee. Ze dragen dikke zijden gordels. Het doel van het spel is de tegenstander uit de ring (dohyo) te drijven of hem de grond te doen raken met een ander lichaamsdeel dan de voetzolen. Een scheidsrechter en jury kijkt toe en beslist over het resultaat. De wedstrijden zijn zeer kort, meestal enkele seconden, in zeldzame uitzonderingen 2 of 3 minuten. De spelers mogen niet aan de haren trekken, geen ogen uitsteken en niet slaan met een gesloten vuist. Duwen, slaan, beenvegen en werpen zijn gebruikelijke technieken.
Zowel mannen en vrouwen zijn fan van deze zeer traditionele sport. De worstelaars horen bij teams en leiden een gemeeschappelijkleven, toegewijd aan de sport. Sumo is ook een manier van leven, en alle betrokkenen worden als rolmodellen beschouwd. Rang en beloning in sumo wordt alleen bekomen door te winnen, wie verliest daalt in rang.
Geschiedenis
Oorsprong
de oudste geschreven vermelding van sumo staat in de Kojiki (verslag van antieke kwesties), een boek uit het jaar 712, en het oudste overlevende voorbeeld van Japanse literatuur. De Kojiki vertelt een legende over hoe het bezit van de Japanse eilanden beslist werd in een sumo wedstrijd 2500 jaar geleden tussen de goden Takemikazuchi en Takeminakata. Ze vochten op het strand van Izumo in wat nu Shimane-ken is, tot de laatste werd verslagen. Takemikazuchi zou dan de keizerlijke familie gesticht hebben, waarvan de hedendaagse keizer nog toe behoort.
Omdat de Japanse geschiedenis niet werd bijgehouden voor de 8ste eeuw is het onmogelijk te bepalen wanneer sumo juist is ontstaan. Oude muurschilderingen doen vermoeden dat suma zeer oud is, en deel uitmaakte van een ritueel om een goede oogst af te smeken. In deze tijden was sumo een gevecht op leven en dood. De Nihon Shoki (kroniek van Japan) uit 720 geeft het oudste over een wedstrijd die niet door goden gevochten werd, in het jaar 23 VC. Keizer Suinin (regering 26VC-70AD) vroeg aan Nomi no Sukune, een pottenbakker uit Izumo, om te vechten tegen Taima no Kehaya, een krachtpatser uit Nara-ken. De twee worstelden een hele tijd tot Sukune enkele stampen kon plaatsen naar Kehaya's maag en solar plexus. Kehaya was dodelijk gewond, en Sukune werd uitgeroepen tot 'vader van sumo'.
Sumo in pre-modern Japan
Er zijn nog vele legenden over sumo wedstrijden aan het keizerlijk hof. De eerste historisch bevestigde wedstrijd vond plaats in 642, toen keizerin Kogyoku (regering 642-45) haar paleiswachten sumo liet vechten voor de afgezanten van het Paekche hof in Korea (Japan had toen zeer nauwe banden met Korea, tot de Paekche dynastie werd verslagen door de Silla). Sumo werd gespeeld bij belangrijke gebeurtenissen aan het hof. Het gebruik van 'tenran-zumo' (sumo in aanwezigheid van de keizer) wordt nog steeds beoefend.
Keizer Shomu (regering 724-49) trok sumaibito (sumotori) aan van over heel Japan om deel te nemen aan jaarlijkse festivals 'sechie' die in de keizerlijke tuinen doorgingen op de 7de dag van de 7de maan (begin augustus). Tezelfdertijd kwamen dichters hun kunnen vertonen. Sechie-zumo werd een ritueel om vrede en voorspoed voor heel Japan te bekomen. De gewoonte werd voortgezet in de Heian periode (794-1185).
Ten tijde van het eerste shogunaat in Kamakura van 1185 tot 1392 werd sumo meer beoefend als een krijgskunst. Minamoto no Yoritomo (1148-99), de beroemdste shogun van de periode, was een echte sumo fan. Sumo ging toen door samen met demonstraties van andere krijgskunsten aan het Tsuruoka Hachimangu Shrijn in Kamakura.
Oda Nobunaga (1534-82) was ook verzot op sumo. In februari 1578 verzamelde hij meer dan 1500 sumotori voor een wedstrijd in zijn kasteel. Tot dan toe was de arena gevormd door de cirkel van toeschouwers, maar omwille van de vele wedstrijden die gelijktijdig doorgingen in Nobunaga's Azuchi kasteel, werden voor de eerste maal cirkels op de grond aangebracht om het verloop te laten vooruitgaan. De cirkels maakten sumo ook veiliger voor de toeschouwers. De eerste ring afgezet met een cirkel van stro werd gemaakt in de Empo periode (1673-81). In de 18de eeuw werden de strobundels half begraven in de grond, zoals tot vandaag gebeurt.
Verschillende daimyo begonnen de beste sumotori te sponseren. Deze sumotori kregen niet alleen een loon, maar ook de status van samurai. Ze droegen rijk geborduurde schortjes met de naam van hun sponser.
De Moderne Sumo Kyokai
De voorloper van het moderne sumo ontwikkelde zich in de Edo periode en heette 'kanjin-zumo,' wat aanduidt dat het georganiseerd werd om fondsen in te zamelen voor de bouw of herstelling van schrijnen, tempels, bruggen en andere openbare werken. Een deel van het geld ging natuurlijk ook naar de rikishi, waarvan vele ronin waren (meesterloze samurai). Na een tijd ging het geld bijna volledig naar de sumotori.
De sumo vereniging van Tokyo, met 88 toshiyori namen, smolt samen met de 17 van Osaka in 1927 tot de moderne Sumo Kyokai.
Het Heya Systeem
Alle rikishi horen tot een heya, of sumo "stal", onder de hoede van een oyakata (coach). Er zijn 5 Ichimon (grote families van heya) in Sumo Kyokai. Een heya kan maar opgericht worden door iemand die 1 van de 105 beschikbare Toshiyori-kabu (vergunning om een oyakata naam te gebruiken) bezit. Een kabu kan geerfd of afgekocht worden. Een ichidai is een vergunning die niet overgedragen kan worden, en soms uitgereikt wordt aan een Yokozuna (grote kampioen). Momenteel zijn er 2 ichidai, Taiho en Kitanoumi.
Naast de kabu heeft men ook toestemming nodig van de Sumo Kyokai nodig om een heya te openen. Men moet ook de nodige gebouwen en uitrusting bezitten, en minstens 2 rikishi leerlingen hebben. Alleen een rikishi met veel geld kan zich op deze manier (intai) terugtrekken uit aktieve beoefening. Als hij niet genoeg middelen bezit, zal hij de sumo wereld volledig moeten verlaten (haigyo). Hij kan coach worden voor amateurs of een chanko nabe (sumo stoofpot) restaurant openen.
Dit betekent dat zonder een Toshiyori-kabu zelfs een Yokozuna de Sumo Kyokai moet verlaten, maar een Juryo rikishi met genoeg geld kan blijven als oyakata. De enige voorwaarde om een Toshiyori-kabu te kunnen kopen is op Juryo niveau of hoger gevochten te hebben. De Sumo Kyokai kan de Toshiyori-kabu soms afnemen van de eigenaar. Yokozuna Wajima (Hanakago Oyakata) was verplicht ontslag te nemen als oyakata omwille van financieel wangedrag.
Leven in een Sumobeya
Het leven in een heya is middeleeuws. De dag begint vroeg voor de laagste graden, die eerst opstaan en trainen alvorens te beginnen met hun opgelegde taken, zoals kuisen en koken. De hogere graden verschijnen op een meer menselijk uur, en trainen voor 5 of 6 uur onder toezicht van de oyakata. Het is niet ongewoon voor een Yokozuna of een rikishi van een andere stal om te komen meedoen, deels om de competitie te bekijken, maar vooral omdat een Yokozuna de plicht heeft alle rikishi te helpen leren.
De leden van de heya eten in volgorde van graad. De oyakata eet eerst, daarna de hoogste rikishi, bediend door de lagere graden. Hoewel er genoeg is voor iedereen, is de kans om eerder te eten en de beste stukken te kiezen een belangrijke motivator voor de beginners. Het is niet ongewoon dat een beginner vermagert in het begin van de training.
Na het uitgebreide middagmaal doen de rikishi een dutje. Dit is de hoofdreden dat ze zo dik worden. Als ze weer wakker worden is er een minder zware training, meer gericht op techniek en verplaatsingen dan brute kracht. Pas na het avondmaal hebben de rikishi enige vrijheid om in hun buurt te wandelen, een film te gaan zien of te drinken. De gehuwde rikishi gaan naar hun familie, de alleenstaande sekitori hebben een kamer in de heya, en de lagere deshi slapen in een gemeenschappelijke barak.
Professionele graden of Banzuke
Yokozuna en Ozeki
De rang van Yokozuna is de hoogste en meest zichtbare rang in Ozumo. Begrijpen hoe men Groot Kampioen wordt zal ons inzicht geven in de rangstruktuur.
Tegen de tijd dat een rikishi de rang van Sekiwake haalt, heeft hij regelmatig reeksen van kachi-koshi overwinningen behaalt. Wie 8 of 9 overwinningen behaalt op een 15daagse basho blijft meestal steken in de Sekiwake rang. De vechters die meer overwinningen halen, blijven in de yusho reeksen in de tweede week, en als ze af en toe een Yokozuna in moeilijkheden kunnen brengen, zal de Sumo Kyokai de promotie overwegen van Sekiwake naar Ozeki. Zo een benoeming is reden tot een groot feest. Een voordeel van de Ozeki rang is dat men niet meer automatisch zakt door een make-koshi; degradatie tot Sekiwake gebeurt pas na twee opeenvolgende verliezende reeksen. Zelfs dan zal de ex Ozeki zijn rang automatisch terugkrijgen als hij op de volgende basho 10 keer wint. Als hij geen 10 overwinningen behaalt, zal hij opnieuw moeten streven naar de Ozeki rang als eender welke beginner.
Als een Ozeki regelmatig yusho of jun-yusho (kampioen van een toernooi) is, zal de Yokozuna Shingi Iinkai (Promotie Raad) hem in overweging nemen. Indien hij wordt aanbevolen aan de Riji-kai (Raad van Direkteurs) van de Sumo Kyokai, zullen zij de zaak bekijken. Eerst wordt gekeken naar de laatste 3 basho. Uit deze 45 wedstrijden moete minstens 38 gewonnen zijn. Twee opeenvolgende yusho zijn gewenst. Andere criteria zijn karakter en houding, eerbied voor de traditie, de senioren en het reglement van de Sumo Kyokai's. Ook de kwaliteit van het sumo speelt een rol. Als de Ozeki bepaalde basistechnieken zoals Shiko and Suri-Ashi niet beheerst, krijgt hij geen extra punten voor promotie. Shiko is de manier waarop de rikishi een been optilt en dan met de voet op de grond stampt. Beide knieen moeten bij het optillen gestrekt blijven. Suri-Ashi is verplaatsing met de voetzolen in voortdurend contact met de grond. Eer (hinkaku) en bekwaamheid zijn belangrijk omdat de Yokozuna een modelfunktie vervult.
Als de Riji-kai akkoord is, zal de promotie toegekend worden door de Banzuke Hensei Kaigi (Graden Commissie). Twee oyakata zullen de Sumo Kyokai vertegenwoordigen om het grote nieuws mee te delen aan de nieuwe Yokozuna en zijn oyakata in hun heya.
Er is geen maximum aantal Yokozuna, maar er zijn er nooit meer dan 5 tegelijk geweest, en in 1992 was er geen. Er zijn altijd minstens 2 Ozeki.
Makunouchi Divisie
Promotie tot Sekiwake is louter een kwestie van vaker winnen dan verliezen. Met een 8-7 stand kan men een halve tot 8 stappen vooruit gaan, afhankelijk van de prestaties van de anderen. Met een verlies zoals 2-13 valt men naar de bodem van de ranglijst en riskeert men degradatie tot Juryo.
Juryo
Voor vele rikishi is de overgang van Makushita naar Juryo hun beste herinnering. Een juryo rikishi is een 'sekitori'. Je moet geen taken meer vervullen voor de anderen, en je krijgt minstens een paar deshi als "tsukebito" of persoonlijke dienaren. Non-sekitori rikishi, zelfs aan de top van de Makushita hebben geen enkele "tsukebito". Yokozuna hebben typisch 4 tsukebito, sekitori 2 of 3 volgens hun rang en leeftijd.
In het huidige systeem zijn er 26 Juryo en tot 40 Makuuchi rikishi.
Lagere graden
Een sekitori heeft tsukebito, oitcho mage (haarstijl in de vorm van een ginkoblad), geborduurde Kesho-mawashi, kleurige mawashi voor wedstrijden, gesteven sagari (de franjes aan de voorkant van de mawashi), en stijlvolle kimono en yukata. Je krijgt eerst eten en wordt bediend door de lagere graden, hebt een eigen kamer en neemt deel aan de dohyo-iri, een soort parade om uw rang te laten zien. Wie geen sekitori is moet tsukebito zijn, heeft een simpel chon-mage kapsel, geen Kesho-mawashi, eenvoudige donkergrijze mawashi voor trainingen en wedstrijden, slappe sagari, en enkel yukata om te dragen, ook als het koud is buiten. Je moet ook winkelen en koken onder leiding van Okamisan (Oyakata's vrouw), en je krijgt als laatste eten terwijl je al het werk gedaan hebt.
Lonen
Enkel sekitori rikishi ontvangen een loon. Beneden Juryo is er geen loon, wel een prijs voor elke wedstrijd (basho teate).
Naast dit basisinkomen zijn er nog zoveel bijkomende bonussen, dat een buitenstaander bijna onmogelijk het exacte inkomen van een rikishi kan bepalen.
De verloningen zijn gekoppeld aan de prestaties, een daling in rang zal een daling van het loon met zich meebrengen.
Voor de invoering van het vaste maandloon bestond de vergoeding van de rikishi enkel uit de mochi kyuin (vergaard geld), of hoshokin (aanmoedigingspremie) zoals het officieel heet. Dit wordt voor iedere rikishi berekend na elk toernooi. Een beginner start met 3 yen, en voor elke overwinning komt er een halve yen bij. Bij verlies blijft dit bedrag gelijk. Promotie tot Juryo status verhoogt het bedrag tot 40 yen, promotion tot Makuuchi geeft recht op een minimum van 60 yen.
Dit bedrag wordt dan als volgt gebruikt: na elke wedstrijd krijgt elke rikishi over de graad van Makushita 1500 maal zijn verzamelde bedrag. Dit kunnen reuzachtige bedragen worden. De Yokozuna Taiho had een totaal van 1,442 yen-punten in september 1970. In deze dagen werden de punten met 1000 vermenigvuldigd, zodat hij na zijn laatste toernooi bijna 1,500,000 yen in hoshokin ontving, naast zijn maandloon en andere bonussen.
Dan zijn er ook nog giften van sponsors, kensho-kin. Na het gevecht ontvangt de overwinnaar een aantal enveloppen van de scheidsrechter. Eerst zal hij echter de drie goden van de schepping danken: Amenominakanushi no kami, Takamimusubi no kami, en Kamimusubi no kami, door snel met de hand naar de 4 windstreken te zwaaien. Dit heet tegatana o kiru (snijden met de hand als een zwaard). Iedere sponsor wiens vlag voor de match werd rondgedragen geeft een enveloppe met 60.000 yen. Hiervan krijgt de winnaar 30.000 yen, 5.000 gaat naar de Sumo organisatie en 25.000 naar een fonds om de belastingen van de rikishi te betalen. Dit systeem werd ingevoerd omwille van de onbedwingbare neiging van de rikishi al hun geld zo snel mogelijk uit te geven!
De praktijk van kensho-kin voor de winnaar dateert uit de Edo periode. Tijdens de tweede wereldoorlog werd vaak met eten of kleren naar de winnaar gesmeten. Na de oorlog werden de bedragen gestandaardiseerd. Het record aantal omslagen tot nu toe was 26, voor de match van Yokozuna Taiho tegen Ozeki Tochinoumi in januari 1964.
De Dohyo
De arena van Groot Sumo bestaat uit aangestampte, zandige klei uit Arakida, Ibaragi Prefectuur. In het midden van de dohyo zijn 6 voorwerpen begraven: torreya noten, gewassen rijst, kastanjes, kelp, zout en een inktvis. Een Shinto priester zegent de ring, en hij wordt beschouwd als heilige grond, die door geen enkele vrouw mag betreden worden.
Jungyo
Jungyo zijn regionale wedstrijden tussen de basho, soms gesponsord door TV netwerken, soms voor liefdadigheid. Sumo wedstrijden op uitnodiging van buitenlandse regeringen heten koen. Jungyo in de zomer gaan door in het koele Hokkaido, in de winter in Kyushu, en in de rest van het jaar verspreid over Kanto en Kansai. Op deze manier kunnen meer mensen Sumo gaan zien zonder grote afstanden af te leggen. In vroeger tijden waren Jungyo grote openlucht evenementen, met demonstraties van komisch sumo, traditionele sumo zangfeesten en deshi die chanko-nabe kookten voor het publiek.
Winnen en Verliezen
De meeste wedstrijden worden beslist bij de start, het moment van tachi-ai. Tachi ai is de periode waarin de rikishi elkaar aanstaren, hun vechtlust opbouwen en proberen te synchroniseren voor een moment om te starten. Sinds sumo uitgezonden wordt, is er een tijdslimiet ingevoerd van 4 minuten voor tachi-ai. De wedstrijd begint zodra de gyoji de achterkant van de gunbai toont(vliegemepper), en "gunbai wo kaesu" roept. Zelfs als de tijd voor tachi-ai om is, beslissen alleen de rikishi wanneer ze beginnen. Ze mogen dan echter niet meer uit de ring stappen voor zout of water. Het echte begin van het gevecht wordt deels aangeduid door het aanraken van de dohyo met de beide handen. Bij een valse start (matta) wordt degene die blijkbaar in harmonie was (kokyuu wo awaseru) beboet. Tijdens de match roept de gyoji "Nokotta!" zodat de spelers weten dat de match nog bezig is. Als de rikishi in een knoop raken zal hij hen aanmoedigen met "Yoi, Hakkeyoi!"
Als beide rikishi de dohyo tegelijk raken, moet de gyoji nog altijd een overwinnaar aanduiden. De jury kan beslissen tot "mono-ii" waarbij ze op de dohyo klimmen en beraadslagen. Eventueel moet de match overgedaan worden.
Soms zal een rikishi zijn tegenstander naar de rand duwen, maar dan per ongeluk zelf uit de ring stappen. Dit heet Isamiashi. Dit is ook een algemene uitdrukking voor 'te ver gaan'.
Koshikudake is wanneer een rikishi uit zichzelf zijn evenwicht verliest en valt.
Als de rikishi samen vallen, is de onderste shini-tai, letterlijk 'dood lichaam'. In zo een geval mag de bovenste zijn hand op de grond zetten om te beletten dat hij met zijn vol gewicht op de tegenstander valt. Dit heet kabaite, en hij blijft winnaar ook al raakte hij de grond het eerste aan. Kabaite is vaak omstreden.
Hansoku zijn verboden technieken die tot automatisch verlies leiden: slaan met een gesloten vuist, met opzet aan het haar trekken, ogen uitsteken, op beide oren tegelijk slaan, vingers in de lendedoek van de tegenstander steken, naar de keel grijpen, in de maag of tegen de borst stampen, vingerklemmen toepassen, de lendedoek laten loskomen.