Talhoffers Fechtbuch
Talhoffers Fechtbuch is een geillustreerd handschrift uit 1467. In 268 figuren met korte beschrijvingen worden de technieken van het persoonlijk gevecht met de toen gebruikelijke wapens, te voet en te paard, uiteengezet door Hans Talhoffer. Tot voor kort was dit boek enkel te bekijken op microfilm in een bibliotheek, maar in 1998 werd het heruitgegeven door VS-Books. Deze nieuwe druk gebruikt de figuren uit een reproduktie die in 1887 werd gemaakt door Gustav Hergsell. Van hem is ook de inleiding, die een beeld geeft van de historische ontwikkeling van de zwaardkunst, waarin echter vooral over latere ontwikkelingen (na 1600) geschreven wordt.
De uitgevers geven toe dat bij de reproduktie door Hergsell sommige figuren fout zijn overgetekend, maar ze hebben blijkbaar niets gedaan om dit te verhelpen (mogelijk konden ze geen toegang tot een origineel verkrijgen). De bijschriften zijn ook overgenomen van Hergsell en niet van het origineel, maar dit komt de verstaanbaarheid waarschijnlijk ten goede. Ik vind het wel jammer dat de oorspronkelijke tekst in mooie kalligrafie uit de figuren verwijderd werd. Volgens mij was er nog meer dan genoeg plaats om de gemoderniseerde bijschriften naast of onder de oorspronkelijke te plaatsen. De gedrukte tekst in een soort Fraktur-lettertype mist volgens mij de artistieke waarde van het origineel.
De inhoud van het boek is desalniettemin zeer interessant. Het boek begint met het Langes Schwert (twee-handig zwaard), dan Kampfe mit Spiess und Schwert in voller Rustung (volledig harnas), Streitaxt (een lange strijdbijl voor te voet). Schild und Kolben (zwaard en knuppel) is waarschijnlijk een juridisch duel, te zien aan de typische kledij, een nauwsluitend lederen pak met kap, dat met vet werd ingesmeerd. Het schild is niet wat we gewend zijn te zien in de films. De puntige uiteinden worden gebruikt om mee te steken. Er is ook Schild und Schwert en enkel Schild, en een bijzonder haakschild.
“Degen” slaat op een lange dolk, op de tekeningen van het toen populaire rondel type (zo genoemd omdat zich aan weerskanten van het handvat een schijf bevondt). De technieken in dit mesvechten zijn erg gesofistikeerd. “Ringen” is ongewapend vechten, en dit deel bestaat voornamelijk uit grepen, klemmen en worpen. Dit deel geeft ook blijk van een goed uitgebouwd systeem met grepen en tegengrepen, die soms over meerdere tafels zijn gespreid. “Messer” slaat blijkbaar op een soort zwaard met een enkele snijkant, van het Falchion type, al wordt in het volgende hoofdstuk, Messer und kleiner Schild, een gewoon zwaard getekend. Einer gegen zwei (1 tegen 2) is een kort hoofdstukje, en daarna volgt een juridisch gevecht tussen man en vrouw. Hierbij stond de man als handicap tot aan zijn middel in een put. Dit soort gevechten ging gewoonlijk tussen een vrouw en haar echtgenoot (in andere gevallen zou de man in de plaats van zijn vrouw vechten). Hans Talhoffer geeft ook raadgevingen aan de vrouw, wat doet vermoeden dat hij verwachtte dat er zich onder zijn lezers ook vrouwen bevonden. De volgende vier hoofdstukken handelen over het gevecht te paard. Met zwaard, Spiess, ongewapend en met Armbrust (kruisboog).
De manier van presentatie is even wennen. Zowel de tekst als de tekeningen zijn eerder beknopt, waarschijnlijk omdat toen het boek geschreven werd de figuren voor elk exemplaar met de hand gekopieerd en ingekleurd werden. Er staan op de figuren ook geen pijltjes of andere middelen om de bewegingen aan te geven. De woordenschat in de bijschriften is niet altijd duidelijk, en er is geen duidelijke uiteenzetting van basishoudingen, slagen en verplaatsingen, waarschijnlijk omdat deze zaken voor de lezer vanzelfsprekend waren. De wapens willen in opeenvolgende tekeningen nogal eens op vreemde manier van lengte veranderen. Nochtans kan men mits enige moeite om zich aan de voorstellingswijze te wennen een redelijk goed beeld krijgen van een groot deel der technieken. Het moeilijkst te begrijpen vind ik het lange zwaard. Jammer genoeg, want dit vormt waarschijnlijk de basis van heel het systeem. Ik ken echter geen enkel wapen dat op een vergelijkbare manier gehanteerd wordt.
Wie dacht dat onze eigen krijgskunsten minder goed ontwikkeld dan de Aziatische, zou zeker dit boek eens moeten lezen (of naar de prentjes kijken).