Rang en Uniform in de Krijgskunsten
Eli Steenput
Het systeem van Dan graden werd ingevoerd door Kano Jigoro, de grondlegger van Kodokan Judo (foto). Dit gebeurde in 1883 toen hij shodan toekende aan twee van zijn gevorderde studenten, Saito en Tomita. Er bestond toen nog geen systeem van uiterlijk onderscheid tussen yudansha (dangraden) en mudansha (zij die nog geen dangraad hadden). Kano baseerde zich op het gradensysteem van een oude kyudo school (Japans boogschieten).
In 1886 begon Kano de traditie van zwarte obi voor zijn yudansha. Dit waren geen zwarte gordels zoals tegenwoordig gedragen worden - Kano had de judogi nog niet uitgevonden. Het waren brede obi die gedragen werden bij de formele kledij (kimono en hakama) waarin toen judo beoefend werd. In 1907 introduceerde Kano de moderne gi en de moderne gordel, gebaseerd op Japanse onderkleding en werkkleding. De gordels waren toen enkel wit of zwart.
De krijgskunsten werden rond 1920 ingevoerd in de japanse scholen en opengesteld voor het grote publiek. Rond deze tijd was Japan zich aan het voorbereiden op grootschalige oorlogvoering. Het Ministerie van Opvoeding verlangde dat een uniform gedragen werd tijdens de trainingen (zoals een uniform verplicht was gedurende de rest van de schooltijd). Witte kledij werd normaal in Japan niet publiek gedragen, tenzij door Shinto priesters, door lijken tijdens hun begrafenis en door rouwende familieleden tijdens de begrafenis. De traditionele betekenis van wit in Japan is (1) heiligheid of (2) dood. Dat de witte pyjamas gekozen werden als uniform kwam door een tijdelijk tekort aan donkergekleurde stof. De ongekleurde stof was ook goedkoper, en uniformer.
Karateka in Okinawa trainden in hun alledaagse kledij of in hun onderbroek (zoals Sumo worstelaars), dit is nog te zien op oude fotos uit het begin van de eeuw. Toen Gichin Funakoshi (foto) karate probeerde in te voeren in de Japanse scholen, adopteerde hij het uniform en het gradensysteem van Judo. De eerste shodan graden in karate werden door Funakoshi toegekend in 1924 aan Tokuda, Otsuka, Akiba, Hirose, Gima en Kasuya.
Een standaard uniform en een kyu/dan systeem waren twee voorwaarden die de Dai Nippon Butokukai stelde alvorens karate te erkennen als een krijgskunst.
De meeste traditionele scholen (ko-ryu) hadden geen dan graden systeem. In de middeleeuwen was daar weinig reden voor, de opleiding duurde toen vaak slechts enkele maanden. Tijdens de Tokugawa periode werd onderwijs in de krijgskunsten meer commercieel, en ontstond er behoefte aan meer rangen, en certificaten werden uitgereikt (om studenten te lokken, net als vandaag nog gebeurt). Dit was echter geen standaard, en namen zoals mokuroku of menkyo kaiden konden totaal verschillende dingen betekenen in verschillende ryu. Sommige ryu gebruikten andere namen, of hadden geen graden, of enkel twee graden, leraar en leerling. De rangen waren ook vaak eerder een toelating om bepaalde technieken te leren dan een maat voor de bekwaamheid. Tegenwoordig zijn sommige koryu overgeschakeld op het dan rangensysteem.
Over de gekleurde gordels doen een aantal legenden de ronde. In werkelijkheid werden de gekleurde gordels ingevoerd in het judo door Kawaishi sensei in Frankrijk. De blauwe judogi werd eveneens in Europa uitgevonden, door Anton Gessink, Olympisch kampioen in 1964. De meeste zogenaamde tradities in verband met de gordel zijn dus amper 50 jaar oud, meestal verzonnen door westerlingen, en later voor waarheid doorverteld. Eén verhaal vertelt dat traditioneel de gordel nooit gewassen werd, en zodoende de kleur een maat was voor hoelang hij al werd gedragen. Met andere woorden; geel van zweet, rood van bloed, enz. Dit is natuurlijk nonsens. Het is volkomen ondenkbaar dat in Japan, waar zoveel belang wordt gehecht aan zindelijkheid, iemand met een groen beschimmelde gordel zou toegelaten worden op de mat! (En wat moeten we dan denken van de zwarte keikogi voor leraars in sommige scholen? Buerk!) Bepaalde mensen lijken ook liefst een gordel te dragen die er zo versleten mogelijk uitziet (binden ze hem een paar dagen aan de bumper van hun auto?). Sommige scholen gebruiken enkel een witte en een bruine gordel (voor 2de en 1ste kyu), in andere zijn er ook paarse en camouflage gordels. Het aantal gordels, sterren, strepen enz. is vaak evenredig met de prijs van een examen in de school. Het ene is echter niet traditioneler dan het andere.
De dracht van de hakama in aikido is een verhaal apart. Een hakama was oorspronkelijk bedoeld om de benen van de ruiter te beschermen tegen struikgewas, zoals de leren beschermers van de cowboys. Omdat leer zeldzaam was in Japan werd in plaats daarvan een dikke stof gebruikt. Later werd het de formele dracht van de samurai. In aikido droeg iedereen oorspronkelijk deze formele kledij, en oude studenten van Ueshiba herinneren zich nog goed hoe ze uitgescholden werden als ze eens hun hakama vergaten. Toen in de oorlogsjaren een tekort aan stoffen ontstond, werd het moeilijk om zich een hakama te veroorloven. Sommige studenten maakten hun hakama in die periode uit oude matrasovertrekken. Deze hadden gekke kleuren en patronen, en waren vaak pluizig door achtergebleven resten vulling van de futon. Het gebruik ontstond dat enkel yudansha verplicht werden een hakama te dragen. Van hen werd vewacht dat ze deze uitgave over hadden voor hun training. Na de oorlog bleef deze gewoonte behouden in sommige organisaties. Toen was er plots een grote bron voor zwarte stof: de gordijnen voor verduistering tijdens bombardementen waren niet meer nodig, en werden verwerkt tot kleding. Ziedaar een traditie in aikido om zwarte hakama te dragen!
Wat is nu het nut achter het behalen van een bepaalde graad? In de Aikikai is er één nuttige graad, de shodan. Dit is de graad waarmee je onafhakelijk les kan geven en kyu graden mag toekennen. Je kan geen dangraden toekennen tot je een shihan bent. Vroeger werd je dit automatisch bij 6de dan, maar de shihan rang wordt tegenwoordig krampachtig binnen Japan gehouden door de Aikikai. Promotie tot shihan is politiek geworden. Dit maakt de shodan de enige nuttige graad in de Aikikai.
Er is laatst sprake geweest van het invoeren van fukushidoin en shidoin "graden" (een beetje zoals renshi en kyoshi in iaido) compleet met passende prijzenschalen voor het geven van seminaries en dergelijke kerstversiering, maar ik weet niet in hoeverre dat intussen werd doorgevoerd.
In iaido is 5de dan de nuttige graad. Vanaf deze graad mag men volgens het reglement een onafhankelijke dojo openen, en zetelen in een jury voor het toekennen van ikkyu en yudansha. Het reglement zegt niets over de lagere kyu graden, die worden beschouwd als intern in de clubs. In de praktijk zijn er veel mensen met lagere graad die een dojo openen, zolang ze toestemming krijgen van iemand van voldoende rang om aan te sluiten bij de federatie worden daar weinig problemen over gemaakt.
Buiten de politieke redenen waarom een graad nuttig kan zijn, zijn er ook praktische redenen. Dikwijls moet men yudan zijn om serieus genomen te worden op seminaries en dergelijke. Meestal worden de deelnemers minstens in twee groepen verdeeld, met en zonder dangraad. De dangraden krijgen de tofste technieken. Als je les wil geven, moet je minstens een zwarte gordel kunnen laten zien om studenten binnen te krijgen. In werkelijkheid is de shodan het begin van de training, maar voor het grote publiekis een zwarte gordel nog altijd teken van meesterschap. Welke graad heb jij? Ik ben mudan! Oh, Waaaw! (hehe)
Er zijn ook persoonlijke redenen om een test mee te doen. Je krijgt een idee van je vooruitgang, maar misschien nog belangrijker, je krijgt een gelegenheid om te trainen onder spanning. Het is moeilijk om in normale training de sfeer van een gevecht op leven en dood na te bootsen. De enige manier om te zien hoe je zou reageren in angstaanjagende omstandigheden is deelname aan een wedstrijd, een demonstratie of een examen.