Juist en onjuist tegenwringen in Aikido
Beslissend handelen ontstaat uit een begrip van dat wat overeenstemt met de principes van Hemel en Aarde. Een gebrek aan dit begrip voert tot onredelijke inspanning, of muri, waarvan de letterlijke betekenis is gebrek aan principe, en moet vermeden worden.
Koichi Tohei
En toen op een dag kwam Osensei over de mat hobbelen net toen Arikawa me in de keel ramde, me neerslaand en een armklem inzettend op mijn elleboog, en die door bleef zetten zelfs toen ik als een gek afklopte. Osensei wierp een blik, glimlachte, zei iets van Ga door, ga door, en liep gelijk door door de dojo en de deur uit.
Terry Dobson, uchideshi in de Aikikai Honbu Dojo in de jaren 60
Zoals reeds eerder vermeld (zie Hajime nr. 1gotai, jutai, ryutai) bestaan er in Aikido verschillende niveaus van training. Een andere benaming voor deze niveaus, waarbij nog een 4de niveau geteld wordt, is:
1.KATAI (hard).
2.YAWARAKAI (soepel)
3.KI-NO-NAGARE (vloeiend)
4.KI (mentaal)
Katai training bestaat uit kihon (basis), en ontwikkelt de fundamenten van tai-sabaki (lichaamsverplaatsingen) en kokyu-ryoku (buikademhaling-kracht). In deze training wisselt men af in de rollen van aanvaller en verdediger. De aanvaller grijpt krachtig de pols, schouder of ander deel van de verdediger vast. De verdediger probeert niet deze aanval te ontwijken, maar gunt de aanvaller het voordeel van een betere startpositie. Vanuit zijn nadelige toestand moet de verdediger een techniek uitvoeren om te ontsnappen aan de greep en de kontrole van de situatie over te nemen. De techniek moet juist worden uitgevoerd, of de verdediger zal er niet in slagen te ontsnappen.
Het principe van aikido is de beweging van de aanvaller over te nemen, ermee te harmoniseren en zo de kontrole over te nemen. Dit principe heet awase, en het is het moeilijkst toe te passen in katai. Daarom is katai de beste manier om een krachtige techniek te verwerven in de kortst mogelijke tijd. Omdat de verdediger de volledige kracht van de tegenstander moet overwinnen, zal elke fout in de techniek een dadelijk mislukken tot gevolg hebben. Het symbool van deze training is het vierkant.
Yawarakai techniek is het stadium tussen katai en ki-no-nagare. Het principe is vergelijkbaar met judo, de eerste kanji van yawarakai en judo zijn gelijk. Wanneer de verdediger probeert een katai techniek uit te voeren, maar overweldigt wordt door de kracht van de aanval, zal hij gekontroleerd meegeven (buigen om niet te breken, zoals bamboe in de wind), om vervolgens de aanval af te ketsen in een andere richting, waar hij tenslotte kan harmoniseren met de beweging en de kontrole overnemen. Het symbool van deze training is een driehoek.
In ki-no-nagare wacht de verdediger niet tot de aanvaller hem vastgrijpt, maar begint mee te gaan met de aanvalsbeweging nog voor er kontakt is gemaakt. Ki-no-nagare is het meest praktisch voor zelfverdediging, en wordt ook leiden met ki genoemd. Aikido is vooral bekend voor dit niveau van training. Het symbool is de cirkel. Het is van groot belang om eerst een basis op te bouwen in katai techniek, alvorens over te gaan op ki-no-nagare, en men mag nooit stoppen met katai training, zodat men het kontakt met de basis niet verliest. Iemand die goed getraind is in katai kan gemakkelijk ki-no-nagare leren, maar iemand die altijd alleen ki-no-nagare gedaan heeft, zal zich vaak niet kunnen verweren tegen een krachtige aanval.
Ki is het hoogtepunt van aikido techniek. De verdediger zal met de geest van de aanvaller meebewegen op een mentaal niveau, nog voor er sprake is van een aanval. Ki techniek kan pas na vele tientallen jaren van harde katai training bereikt worden. Zoals de stichter van aikido, Morihei Ueshiba o-sensei, ooit zei, "Ik ben wat ik ben vandaag, alleen omdat ik 50 jaar katai training gedaan heb".
O-Sensei bereikte ki in de laatste jaren van zijn leven. Velen proberen o-senseis ki-techniek na te bootsen maar weinigen komen ook maar in de buurt. Beginners mogen weten dat er zoiets als ki techniek bestaat, maar ze zullen slechts gefrustreerd raken als ze het zelf proberen. Echte ki techniek is geen reeks oefeningen in zelfhypnose, maar iets zeer diepzinnig dat voortspruit uit de eigen innerlijke kracht. Het kan heel zachtaardig zijn, maar, zoals Saito Morihiro sensei schrijft in zijn boek "Traditional Aikido Vol. 5", op pagina 36, het wordt algemeen aangenomen dat aikido gebaseerd is op cirkelvormige bewegingen. In tegendeel, aikido in de echte ki vorm stoot energiek recht door het middelpunt van elke tegenstand.
Om te voorkomen dat aikido niet meer dan een ki-no-nagere dans zou worden, is het dus noodzakelijk een stevige basis in katai training op te bouwen. Men zegt vaak dat aikido geen spierkracht nodig heeft om te werken, en dat het niet harmonieus is, om tegen te werken wanneer een partner probeert een techniek uit te oefenen. Hierin zit enige waarheid, maar de uitspraak wordt vaak verkeerd begrepen.
beginners gebruiken spierkracht om weerstand te overwinnen. Dit is natuurlijk, omdat ze nog niets anders kennen. Naarmate de beginners vorderen en bekwamer worden in de techniek, zullen ze steeds minder spierkracht nodig hebben om weerstand te overwinnen. Tegelijk ontwikkelen ze kokyu-ryoku als een direkt gevolg van de training. Kokyu ryoku is veel sterker dan spierkracht, en uiteindelijk worden de technieken haast moeiteloos, zelfs tegen sterke weerstand. Na enkele jaren toegewijde en harde katai training, heeft hun aikido nog amper spierkracht nodig.
Juist tegenwerken is niet onharmonisch, het is het toppunt van harmonie omdat de aikidoka elkaar helpen zo snel mogelijk vorderingen te maken. De gevorderden kunnen, dankzij hun betere techniek, met de juiste kracht en in de juiste richting tegenwerken, zo danig dat de beginner goed kan voelen wat nodig is om de techniek te doen werken. De beginners zullen eerder kracht dan techniek moeten gebruiken om tegen gevorderden weerstand te bieden. Onder gevorderden kan tegenwerking ook ontsnappingen of omkering van de techniek omvatten. Zonder juist tegenwerken kan men enkel dansbewegingen leren, omdat men nooit weet of de techniek wel werkt.
Tegenwerking is enkel juist en gepast als het de deelnemers doet groeien in techniek en in zelfvertrouwen. Overdreven tegenwerken is ongepast, omdat niemand een techniek leert door hem niet te kunnen uitvoeren. In geen geval mag men iemand in gevaar brengen of kwetsen! Een minder gevorderde of zwakkere beletten een techniek uit te voeren is ook niet korrekt omdat het het zelfvertrouwen ondergraaft. Het juiste niveau van tegenwerking is zodanig dat de verdediger de techniek met moeite kan uitvoeren. Dit is ook een goede lichamelijke oefening. Voor sommige verse beginners kan het eerder nodig zijn mee te werken, om hen te leiden in een juiste uitvoering van de bewegingen.
Deze tekst is min of meer gebaseerd op twee artikels "Levels of Technique in Aikido Training" en "Constructive and Counterproductive Use of Resistance in Aikido Training" van David Alexander, verschenen in Dragon Times. David Alexander is rokudan (6de dan) met 25 ervaring in aikido, waarvan 10 jaar in Iwama, Japan onder Morihiro Saito Sensei. Alexander Sensei heeft tevens een M.I.T. ingenieursdiploma.