Minoru Mochizuki vertelde in een interview dit verhaal over zijn eerste ontmoeting met Tadashi Abe:
’s Avonds kwam er een boosaardig uitziende man, met een kaalgeschoren hoofd – als een monnik – bij me langs. Hij informeerde of hij binnen mocht komen. Na mijn toestemming stelde hij zich voor als Tadashi Abe. Hij viel gelijk met de deur in huis. Hij wilde me een directe vraag stellen. Of ik aiki jujutsu, zoals aikido toen nog heette, serieus bestudeerde.
Toen ik antwoordde dat ik dat deed vroeg hij:
“Werkelijk? Ik heb over u gehoord sensei. Ik heb gehoord dat u ervaring heeft opgedaan met echte gevechtssituaties. Ik vind het vreemd dat iemand als u tevreden is met een kunst als aiki jujutsu.”
Ik vroeg hem waarom hij dat dacht. Hij antwoordde dat noch Ueshiba sensei noch Morihiro Saito opgewassen zouden zijn tegen hem. Binnen drie minuten zou hij ze gevloerd hebben met een slag.
“Je bent nogal een opschepper”, antwoordde ik. “Denk je echt dat je Ueshiba sensei kunt verslaan?”
“Ik heb Ueshiba sensei lang geobserveerd en ik denk dat aiki jujutsu niet werkt. Ik kan hem zonder meer met een boksstoot vellen… Ik heb gehoord dat u het echte vechten benadrukt. Klopt dat?”
Ik antwoordde: “Ik ben betrokken geweest in veel straatgevechten, maar die zou ik niet willen betitelen als echte gevechten. Ik heb ook met getrokken zwaard een vijandelijk kamp bestormd.”
Toen vroeg hij me of aikido echt bruikbaar was in gevechten. Ik vertelde hem dat aikido niet alleen in gevechten bruikbaar was, maar ook in oorlogstijd. Omdat mijn antwoord hem niet leek te overtuigen, stelde ik voor dat hij me kon aanvallen op elke manier die hij maar wilde. Hij adviseerde me om een gevechtshouding aan te nemen.
“Zeg geen onnodige dingen. Hoe wil je iemand verslaan, als je hem gaat vertellen wat hij moet doen. Val me maar aan.”
Abe mompelde nog: “Sensei, kan ik u echt aanvallen? Vreemd… ik zie overal openingen…”
Toen nam hij een houding aan en viel plotseling met een rechte stoot aan. Ik ontweek zijn slag en trapte hem. Hij zeeg kreunend ter aarde. Ik bracht hem bij kennis en masseerde zijn kwetsuur. “Hoe kan iemand die buiten westen raakt van een ingehouden trap standhouden tijdens een echt gevecht?” vroeg ik hem.
“Sensei,” vroeg hij toen, “doen jullie ook aan traptechnieken?”
Idioot! Wat bedoel je met die vraag? We gebruiken alles, traptechnieken of wat dan ook. Ik heb ook artillerie gebruikt. Krijgskunsten, geweren, artillerie, dat is allemaal Aikido. Welk beeld heb je eigenlijk van Aikido? Denk je nu echt dat het alleen om het verdraaien van de handen gaat?
Het is een middel voor oorlogsvoering; het IS oorlogvoeren! Aikido is shinken shoubu (vechten met echte zwaarden, op leven en dood).
We gebruiken het woord “aiki” omdat we met aiki de geest van de aanvallende vijand kunnen voelen. Zo kunnen we direct reageren. Kijk naar sumoworstelen. Nadat het commando om te beginnen is gegeven, staan ze tegenover elkaar en in een flits is het voorbij. Dat is hetzelfde als aiki. Als iemand plotseling oog in oog komt te staan met de vijand, moet zijn geest vrij zijn van alle ideeën en gedachten. Pas dan kan hij in een flits met hem afrekenen. Dat noemen we aiki. Vroeger werd het “aiki no jutsu” genoemd. Dat is de reden waarom artillerie – of wat dan ook – Aikido wordt.